Leids Cabaret Festival: voor de taalpurist valt er niets te lachen

‘Tot mijn grote verbazing zag ik in de zaterdageditie van 10 februari verkeerd woordgebruik op de voorpagina’, schreef F. Visser op 15 februari. ‘Dit ben ik niet van de Volkskrant gewend.’ Het betrof de kop ‘Meisjes komen steeds vroeger in de puberteit’. Het woord ‘vroeger’ zou hier onjuist zijn, aldus Visser. ‘Vroeger wordt gebruikt om iets uit het verleden aan te duiden. Met de inhoud van het artikel in het achterhoofd wordt hier waarschijnlijk ‘eerder’ bedoeld.’ Lees verder

Congruentie, liggen we daar met ons allen nog weleens wakker om?

Ingrid van der Elst uit Bilthoven schrijft dat ze in de derde klas van de middelbare school een opstel had geschreven dat werd beloond met een 9. De leraar had één grammaticale fout gezien. Ze had geschreven ‘Toen we met z’n allen door de nacht slopen’, de docent had dat verbeterd in ‘Toen we met ons allen door de nacht slopen’. De docent had gelijk, vindt Van der Elst. ‘Tenslotte schrijf je ook, als je in de ik-vorm schrijft: ‘Toen ik in mijn eentje door de nacht sloop’, en niet ‘Toen ik in z’n eentje door de nacht sloop’. Lees verder

Al hompelend verlangt de depri bourgeois ernaar elders te zijn

Jan van Tienens zelfhulpparodie De verworvenheden, waarover onlangs een reportage in de Volkskrant stond, biedt de lezer handvatten om net als de verteller een verlangen te ontwikkelen op Hompelvoet te zijn. Hompelvoet is een onbewoond eiland in het Grevelingenmeer. Het is ook een woord op een landkaart waarvan de klank en gevoelswaarde de verteller bekoren, en hij wil weten ‘of het er zijn net zo goed voelt als het uitspreken van de naam zelf’. Lees verder

Kun je ontkennen dat je een polderfascist bent door je te distantiëren van het poldermodel?

Na de PVV-zege van afgelopen week werd her en der gedemonstreerd tegen fascisme. Het verband tussen het een en ander leek duidelijk. Bij een talkshow zat een jonge demonstrant in het publiek. ‘Was het een demonstratie voor of tegen iets?’, vroeg de presentator haar – het niveau was hoog. Ze zei dat het een demonstratie tegen fascisme was. ‘Omdat je vindt dat Wilders fascistisch is?’, vroeg de presentator door. ‘Ja’, zei de vrouw. Lees verder

Behalve een kater blijkt ‘brak’ ook een hond te kunnen betekenen

Ik wilde Merlín y familia lezen, een Galicische klassieker over de tovenaar Merlijn, maar omdat er geen Nederlandse vertaling is, week ik uit naar Arthur, koning voor eens en altijd van Terence H. White. Ik las de versie van Max Schuchart uit 1979, en hoewel deze slordigheden bevat – neem een zin als ‘De mensen in die tijd hielden dr heel andere denkbeelden over het africhten van honden op na als wij’ – verkneukel ik me in het verouderde taalgebruik en mag ik er regelmatig het woordenboek op naslaan. Lees verder

In een ochlocratie laten bestuurders zich leiden door de grillen van het gepeupel

In Alkibiades, de nieuwe roman van Ilja Leonard Pfeijffer, reizen we terug naar het Griekenland van de 5de eeuw voor Christus. De titelheld brengt op een ochtend een bezoek aan het huis van Kallias, waar de beroemde wijsgeer Protagoras verblijft. ‘Ik kan me de onnavolgbare arabesken en guirlandes van de conversatie niet meer precies herinneren’, aldus Alkibiades, ‘maar op een gegeven moment ging het gesprek over de verschillende staatsvormen.’ Lees verder

Een prela, bekt dat lekker?

Een jongere vriend vertelde dat hij sinds kort in een ‘prela’ zit. Mij was die afko onbekend, maar onder ‘zoomers’ (generatie z) schijnt zulk relatiejargon zo gangbaar te zijn dat de jeugdige lezer het geen krantenbericht waard zal vinden. Lees verder

In de ban van de mulch

Mijn ervaringen met tuinieren waren tot voor kort op de tanden van één hark te tellen. Radijsjes in een bloembak aan het balkon. Tomaten op het dakterras. Tuinkers in de vensterbank. Onlangs is daar verandering in gekomen, want we hebben de stad verruild voor het boerenland en zijn – zoals Voltaire al voorschreef – onze tuin aan het cultiveren. Lees verder

Vol wolfsverwachting klopt het hart

Onze honden maken dikwijls een ommetje door het bos achter het huis en komen soms terug met ledematen van wilde paarden die vermoedelijk zijn gedood door wolven (locatie: Noordwest-Spanje). Hoewel het ‘ontmoeten’ van een wolf zeldzaam schijnt te zijn, ben ik in het bos toch op mijn hoede, en vanaf de nabijgelegen heuvel tuur ik – tevergeefs – om me heen in de hoop er een te spotten. Lees verder

Hoe op een vroeg verjaarsfeest een nieuw woord het licht zag

We waren weer eens met bijna de gehele familie bijeen en vierden alvast de verjaardag van Robin, die zes jaar geleden op 2 maart ter wereld kwam. Omdat het feest zeven dagen voor de geboortedatum plaatsvond, sprak de jarige van een ‘voorverjaardag’, een neologisme dat door alle familieleden werd omarmd. Er hing een voorverjaardagsslinger aan het plafond, na het ontbijt kreeg ze voorverjaardagscadeaus en ’s middags aten we voorverjaardagstaart. Lees verder

Bauschan hield niet van koddebeiers

Dat mijn herdershond op 6 december moeder werd van een enkele, roetzwarte pup, leek mij een goede aanleiding om eindelijk eens Thomas Manns Baas en hond te lezen. Vanaf pagina 1 gloeiden mijn wangen van blijdschap over Manns taalgebruik (vertaling Pé Hawinkels, 1974). Zou de eerste zin niet de gehele kolom in beslag nemen, dan had ik hem hier integraal geciteerd. De ‘tovenaar’ publiceerde het boekje in 1919, terwijl hij al begonnen was De toverberg te schrijven – vergelijkbaar met Michelangelo, die tijdens het bouwen van de Sint-Pieter naar verluidt ook een aardig hondenhok timmerde. Lees verder