In Trouw stond een mooi verhaal over landschapsontwikkelaar Jos Willemsen, die uitgeputte landbouwgrond helpt te herstellen. Hij doorgrondt de bodem, plant nuttige soorten en voedt het bodemleven met gras, blad en houtsnippers. ‘Landschapper’, noemt hij zichzelf, ‘syntropische landbouw’ en ‘voedselbosbouw’ zijn de specialismen. Lees verder
Leids Cabaret Festival: voor de taalpurist valt er niets te lachen
‘Tot mijn grote verbazing zag ik in de zaterdageditie van 10 februari verkeerd woordgebruik op de voorpagina’, schreef F. Visser op 15 februari. ‘Dit ben ik niet van de Volkskrant gewend.’ Het betrof de kop ‘Meisjes komen steeds vroeger in de puberteit’. Het woord ‘vroeger’ zou hier onjuist zijn, aldus Visser. ‘Vroeger wordt gebruikt om iets uit het verleden aan te duiden. Met de inhoud van het artikel in het achterhoofd wordt hier waarschijnlijk ‘eerder’ bedoeld.’ Lees verder
Het bahuvrihicompositum kwam bij ons thuis tijdens het eten nooit ter sprake
Voor het schrijven van de rubriek Lezerspost las ik het woordenboeklemma over samenstellingen nog eens na. De samenstelling, ‘het vormen van nieuwe woorden door twee of meer zelfstandig voorkomende woorden aan elkaar te verbinden’, ligt onder vuur. Onjuist spatiegebruik rukt op, onder invloed van het Engels. Lees verder
Met alle vertalingen van het woord ‘koevoet’ kun je een aardig boerderijtje beginnen
Op het eerste gezicht geen bijzonder woord, ‘koevoet’. Maar nadat mijn Spaanse vriendin en ik laatst met een breekijzer het valse plafond in ons huis hadden losgewrikt, dacht ik toch: hé, bijzonder woord. Lees verder
Congruentie, liggen we daar met ons allen nog weleens wakker om?
Ingrid van der Elst uit Bilthoven schrijft dat ze in de derde klas van de middelbare school een opstel had geschreven dat werd beloond met een 9. De leraar had één grammaticale fout gezien. Ze had geschreven ‘Toen we met z’n allen door de nacht slopen’, de docent had dat verbeterd in ‘Toen we met ons allen door de nacht slopen’. De docent had gelijk, vindt Van der Elst. ‘Tenslotte schrijf je ook, als je in de ik-vorm schrijft: ‘Toen ik in mijn eentje door de nacht sloop’, en niet ‘Toen ik in z’n eentje door de nacht sloop’. Lees verder
Al hompelend verlangt de depri bourgeois ernaar elders te zijn
Jan van Tienens zelfhulpparodie De verworvenheden, waarover onlangs een reportage in de Volkskrant stond, biedt de lezer handvatten om net als de verteller een verlangen te ontwikkelen op Hompelvoet te zijn. Hompelvoet is een onbewoond eiland in het Grevelingenmeer. Het is ook een woord op een landkaart waarvan de klank en gevoelswaarde de verteller bekoren, en hij wil weten ‘of het er zijn net zo goed voelt als het uitspreken van de naam zelf’. Lees verder
Blijft ‘voor nu’ voor altijd een anglicisme?
‘Anglicisme’ is het onderwerp van de mail van Kees Hiddinga uit Leeuwarden. Hij schrijft: ‘Krant van 22 december: Voor nu is alles onder controle…’ Lees verder
Kun je ontkennen dat je een polderfascist bent door je te distantiëren van het poldermodel?
Na de PVV-zege van afgelopen week werd her en der gedemonstreerd tegen fascisme. Het verband tussen het een en ander leek duidelijk. Bij een talkshow zat een jonge demonstrant in het publiek. ‘Was het een demonstratie voor of tegen iets?’, vroeg de presentator haar – het niveau was hoog. Ze zei dat het een demonstratie tegen fascisme was. ‘Omdat je vindt dat Wilders fascistisch is?’, vroeg de presentator door. ‘Ja’, zei de vrouw. Lees verder
Is ‘iemand voor de rechter slepen’ Volkskrant-onwaardige taal?
Diverse lezers vinden het ongepast om ‘iemand voor de rechter dagen’ te verwoorden als ‘iemand voor de rechter slepen’. Dat komt nogal eens voor. Het recentste voorbeeld is van 14 november: ‘The Bulldog sleept Red Bull voor de rechter’, al schreven de hieronder geciteerde lezers naar aanleiding van eerdere artikelen. Lees verder
Behalve een kater blijkt ‘brak’ ook een hond te kunnen betekenen
Ik wilde Merlín y familia lezen, een Galicische klassieker over de tovenaar Merlijn, maar omdat er geen Nederlandse vertaling is, week ik uit naar Arthur, koning voor eens en altijd van Terence H. White. Ik las de versie van Max Schuchart uit 1979, en hoewel deze slordigheden bevat – neem een zin als ‘De mensen in die tijd hielden dr heel andere denkbeelden over het africhten van honden op na als wij’ – verkneukel ik me in het verouderde taalgebruik en mag ik er regelmatig het woordenboek op naslaan. Lees verder
Bij sommige kritische Volkskrant-lezers wekken stroom en elektriciteit weerstand en spanning op
Sinds 2021 stuurt Volkskrant-lezer Jan Willems in oktober steevast een e-mail naar de krant om zijn weerstand te uiten tegen wat hij ‘het verkeerd gebruik van het woord stroom’ noemt. Gezien het aantal uitroeptekens in zijn berichten bezorgt de kwestie hem duidelijk spanning. Die pogen we bij dezen weg te nemen. Lees verder
Hoe Wopke Hoekstra zonder iets te winnen toch kampioen kon worden
Wopke Hoekstra werd ondervraagd door de milieucommissie van het Europees Parlement, in het kader van zijn aanstelling als Eurocommissaris voor Klimaat. Bas Eickhout van GroenLinks, ondervoorzitter van de commissie, zei tijdens de hoorzitting dat Hoekstra niet bekendstaat als ‘klimaatkampioen’. Lees verder
De BBB gooit modder op de witte boorden van de ambtenarij
De BBB krijgt weleens de kritiek dat ze slim gebruikmaakt van een oudbakken populistisch verhaal met een provinciaalse twist om stemmen te winnen, met als enig doel de belangen van de agrarische industrie beter te kunnen behartigen. Maar wordt het feit dat deze belangengroep zo nu en dan met aardige taalvondsten komt, altijd en overal voldoende erkend? Lees verder
In een ochlocratie laten bestuurders zich leiden door de grillen van het gepeupel
In Alkibiades, de nieuwe roman van Ilja Leonard Pfeijffer, reizen we terug naar het Griekenland van de 5de eeuw voor Christus. De titelheld brengt op een ochtend een bezoek aan het huis van Kallias, waar de beroemde wijsgeer Protagoras verblijft. ‘Ik kan me de onnavolgbare arabesken en guirlandes van de conversatie niet meer precies herinneren’, aldus Alkibiades, ‘maar op een gegeven moment ging het gesprek over de verschillende staatsvormen.’ Lees verder
Een prela, bekt dat lekker?
Een jongere vriend vertelde dat hij sinds kort in een ‘prela’ zit. Mij was die afko onbekend, maar onder ‘zoomers’ (generatie z) schijnt zulk relatiejargon zo gangbaar te zijn dat de jeugdige lezer het geen krantenbericht waard zal vinden. Lees verder
In de ban van de mulch
Mijn ervaringen met tuinieren waren tot voor kort op de tanden van één hark te tellen. Radijsjes in een bloembak aan het balkon. Tomaten op het dakterras. Tuinkers in de vensterbank. Onlangs is daar verandering in gekomen, want we hebben de stad verruild voor het boerenland en zijn – zoals Voltaire al voorschreef – onze tuin aan het cultiveren. Lees verder
Vol wolfsverwachting klopt het hart
Onze honden maken dikwijls een ommetje door het bos achter het huis en komen soms terug met ledematen van wilde paarden die vermoedelijk zijn gedood door wolven (locatie: Noordwest-Spanje). Hoewel het ‘ontmoeten’ van een wolf zeldzaam schijnt te zijn, ben ik in het bos toch op mijn hoede, en vanaf de nabijgelegen heuvel tuur ik – tevergeefs – om me heen in de hoop er een te spotten. Lees verder
Hoe op een vroeg verjaarsfeest een nieuw woord het licht zag
We waren weer eens met bijna de gehele familie bijeen en vierden alvast de verjaardag van Robin, die zes jaar geleden op 2 maart ter wereld kwam. Omdat het feest zeven dagen voor de geboortedatum plaatsvond, sprak de jarige van een ‘voorverjaardag’, een neologisme dat door alle familieleden werd omarmd. Er hing een voorverjaardagsslinger aan het plafond, na het ontbijt kreeg ze voorverjaardagscadeaus en ’s middags aten we voorverjaardagstaart. Lees verder
De beesten: een alderbastend mooie roman
Een vriend uit Amsterdam liet na zijn bezoek aan ons tijdelijke huis in ruraal Galicië De beesten van Gijs Wilbrink voor me achter, een roman over ruraal Gelderland. ‘Een dijk van een debuutroman’, zei Maarten Steenmeijer erover in de Volkskrant, een blurb die samen met de door hem gegeven 5 sterren op de cover prijkt. Lees verder
Bauschan hield niet van koddebeiers
Dat mijn herdershond op 6 december moeder werd van een enkele, roetzwarte pup, leek mij een goede aanleiding om eindelijk eens Thomas Manns Baas en hond te lezen. Vanaf pagina 1 gloeiden mijn wangen van blijdschap over Manns taalgebruik (vertaling Pé Hawinkels, 1974). Zou de eerste zin niet de gehele kolom in beslag nemen, dan had ik hem hier integraal geciteerd. De ‘tovenaar’ publiceerde het boekje in 1919, terwijl hij al begonnen was De toverberg te schrijven – vergelijkbaar met Michelangelo, die tijdens het bouwen van de Sint-Pieter naar verluidt ook een aardig hondenhok timmerde. Lees verder