Met mijn leesclub besprak ik The Will to Change: Men, Masculinity, and Love van feminist bell hooks. Mannelijkheid wordt vaak opgevat als ‘het (moeten) domineren van anderen’, vooral van vrouwen, zo schrijft zij. Omdat het dagelijks leven de meeste mannen weinig ruimte biedt anderen te overheersen, is pornografie waarin vrouwen worden gedominieerd en vernederd zo populair.
Toen porno ter sprake kwam, zei een van mijn vrienden van de leesclub dat hij weleens ‘geilboos’ is. Dat was verwarrend en interessant, want dat woord kenden we niet. Het komt uit een liedje van Faberyayo, vertelde de vriend in kwestie, en die zou het op zijn beurt weer van Kees van Kooten hebben.
In het nummer Papa (2010) zingt Faberyeyo over een vader met pedoseksuele fantasieën (‘Papa wil niet meer met je moeder vrijen/ Papa wil lekker in een puber glijden’). De lente valt deze vader zwaar: ‘Want dan is papa geilboos/ Al die tieners aan de zwier/ Al dat vlees ontbloot’.
Het verhaaltje Geilboos in Van Kootens bundel Meer modermismen (1986) gaat eveneens over een (getrouwde) man die wellustig naar jonge meisjes kijkt. Al die meisjes zouden ‘een vaste vriend moeten hebben die hun vader had kunnen zijn’, denkt de man, en hij ‘zal deze hele zomer weer geilboos blijven’.
Twee gevoelens, één woord: ik kende wel de combinatie van ‘honger’ en ‘boos’, al is het woord daarvoor niet ‘hongerboos’ maar ‘hangry’, van het Engelse ‘hungry’ en ‘angry’. ‘Horngry’ zou dan geilboos kunnen zijn, maar dat staat volgens de Urban Dictionary al voor de combo van geilheid en trek in eten.
De vriend van de leesclub definieerde geilboos als ‘de combinatie van geilheid en frustratie die ons mannen zo bekend is’. Bent u man en kent u dat gevoel, dan raad ik u aan bell hooks te lezen.
Geschreven voor de Volkskrant