Nederland wordt gezien als een van de progressiefste landen ter wereld als het gaat om de euthanasiewetgeving. Als je kan aantonen dat je uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, kan je een arts vragen om je te helpen om te sterven. Toch is het aanvragen van euthanasie voor mensen die psychisch lijden problematisch – want hoe toon je aan dat je leed ondraaglijk en uitzichtloos is? Psychisch leed is moeilijk te meten, en er lijkt altijd wel een manier te zijn om een psychiatrische behandeling voort te zetten.
In onze nieuwe documentaire Too Young To Die volgen we verschillende psychisch lijdende jongeren met een doodswens. Om meer te weten te komen over de huidige regelgeving, sprak ik met Gerard Ekelmans van de jongerenverenging van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) over euthanasie bij jongeren.
VICE: Hoe is euthanasie voor jongeren die psychisch lijden in Nederland geregeld?
Gerard Ekelmans: Daar bestaat bij artsen nog steeds onduidelijkheid over. De wet regelt dat niet zozeer. De wet spreekt van uitzichtloos en ondraaglijk lijden – of dat dan lichamelijk is of psychisch, daar spreekt de wet zich eigenlijk niet over uit.
Stel: ik ben dertig, ik lijd psychisch en heb een doodswens. Wat kan ik doen?
Allereerst is het belangrijk dat je onder behandeling bent, dat er naar je gekeken en geluisterd wordt, en dat de problematiek waarmee je te maken hebt bekend is bij een specialist of arts. En dan hangt het natuurlijk helemaal af van het type psychisch lijden dat je ervaart. Komt dat door een psychiatrische ziekte? Is het een depressie? Is het rouw? Noem maar op.
Er zijn natuurlijk ontzettend veel psychiatrische aandoeningen waar je mee te maken kunt krijgen. Op het moment dat jij ervan overtuigd bent dat er geen behandeling meer mogelijk is, dat je er niet gaat uitkomen en dat je een consistente en langdurige doodswens hebt, dan kun je dat met je specialist bespreken en kijken of je een euthanasietraject in kunt gaan. Daarvoor moet je volgens de wet wel wilsbekwaam zijn.
Wie beslist er of iemand zo’n euthanasietraject in kan gaan?
De arts of specialist beslist dat. Die moet volgens de wet nog een tweede arts consulteren, de zogenoemde SCEN-arts. Die hoeft niet per se toestemming te geven, maar moet wel aangeven of hij het eens is met de euthanasievraag of niet.
Hoe ziet dat traject eruit?
Dat verschilt per persoon, per geval en per arts. Eerst moet onderzocht worden of de euthanasiewens consistent is, dus langdurig. Het is niet iets dat van de ene op de andere dag besloten wordt en wordt uitgevoerd. Daar gaan gesprekken overheen, en er moet dus een tweede arts bijkomen. Als er al lang een behandelrelatie is dan zou het proces sneller kunnen gaan, maar als zo’n wens voor het eerst uitgesproken wordt dan duurt zo’n traject langer.
Er is dus geen standaardtraject?
Nee, maar de grote stappen die te nemen zijn, zijn het bespreken van de euthanasiewens en het kijken er voldaan wordt aan de criteriaeisen uit de wet: dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden, dat de alternatieven zijn bekeken, dat er een tweede arts geconsulteerd is en dat het hele project zorgvuldig verloopt. Als er euthanasie of hulp bij zelfdoding is uitgevoerd, wordt achteraf het geval getoetst door de regionale toetsingscommissie.
En het levenseinde zelf, hoe gaat dat in z’n werk?
Er zijn twee manieren. Euthanasie gaat door middel van een infuus. De arts injecteert dan het euthanaticum. En bij hulp bij zelfdoding overhandigt de arts een drankje aan de patiënt, en die neemt dat zelf in.
Is het goed geregeld in Nederland, wat betreft psychisch lijden en euthanasie?
Het moeilijke van psychisch lijden is dat het altijd lijkt alsof er ergens nog wel een behandeling op de plank ligt, die misschien toch zou kunnen helpen. Het doorbehandelen bij psychiatrische patiënten is natuurlijk bijna eindeloos, en daardoor is het een stuk moeilijker om aan te tonen dat het om uitzichtloos en ondraaglijk lijden gaat. Beide zijn eigenlijk niet vast te stellen. Dat is moeilijk, want dat is wel een harde eis die in de wet staat.
We moeten met z’n allen proberen te voorkomen dat mensen in een impuls een einde aan het leven maken. Maar wellicht is de drempel wel heel hoog nu, omdat die twee criteria aangetoond moeten worden. We zouden kunnen kijken of we aan die wet iets kunnen veranderen, zodat het duidelijker wordt voor psychiatrische patiënten en voor artsen wanneer er euthanasie of hulp bij zelfdoding mogelijk is.
Wat doet de NVVE-jongerenvereniging eigenlijk?
Wij organiseren een keer per maand Café Doodnormaal. Dan huren we een tafel in een café in een stad met veel jongeren, vaak studentensteden, en gaan we met elkaar in gesprek over het zelfgekozen levenseinde. Daar komen verschillende mensen op af. Sommige jongeren vertellen dat ze rondlopen met een wens tot levensbeëindiging. Er zijn jongeren die het in hun omgeving hebben meegemaakt en daarover willen praten, en er zijn ook jongeren die het gewoon een interessant onderwerp vinden. Daarnaast organiseren we jaarlijks een symposium, waar we diep op de inhoud ingaan. Dat is afgelopen zaterdag geweest, voor de Week van de Euthanasie.
Alle 75 jongeren aanwezig vinden dat er geen leeftijdsgrens moet komen bij wet #voltooidleven #nvvejongeren2017 pic.twitter.com/IVNCosGif6
— Robert Schurink (@RobertSchurink) February 11, 2017
Tijdens het symposium tweette NVVE-directeur Robert Schurink het bovenstaande. Hoe dachten de jongeren daar dit weekend zo over?
Ik wil de directeur natuurlijk niet afvallen, maar er was wel degelijk een tegenstemmer. De directeur zat achterin de zaal, dus hij zag die waarschijnlijk niet. Die tegenstemmer had een goed argument: jongeren die hun leven voltooid achten, daar is meer mee aan de hand, want je kunt niet op je twintigste zeggen dat je leven voltooid is. Dat kan gewoon niet. Dat was voor hem een argument vóór een leeftijdsgrens, maar voor de meeste mensen was dat juist een tegenargument. Het zal waarschijnlijk weinig voorkomen dat een jong iemand euthanasie aanvraagt omdat zijn of haar leven ‘voltooid’ is, en je moet die persoon niet uitsluiten. Je moet mensen serieus nemen.
Bedankt.
Geschreven voor VICE Nederland, zie hier.