Heel af en toe komt het voor dat je een boek leest dat zo goed is, dat je het aan iedereen wil aanraden. Voorlezen zelfs, als mensen dat op prijs stellen. Creating Freedom: Power, Control and the Fight For Our Future van Raoul Martinez is zo’n boek. Het is een helder en overtuigend pleidooi voor vrijheid en democratie, en tegen kapitalisme en ongelijkheid, en echt een boek dat je ogen opent voor dingen die je misschien al wel aanvoelde maar nog niet wist te formuleren. En het staat ook nog eens voor de helft vol met oplossingen voor de problemen waarmee we kampen.
De titel van de Nederlandse vertaling is Hoe vrij zijn wij?, en het antwoord op die vraag is volgens Martinez dat we veel minder vrij zijn dan we denken. In het kapitalisme gebruiken rijke mensen en corporaties hun kapitaal om hun macht te vergroten, en vice versa. Als je kapitaal bezit dan is het kapitalisme geweldig, maar anders niet. De rijkste 1 procent van de wereldbevolking heeft evenveel kapitaal als de andere 99 procent samen. Die ongelijkheid is oneerlijk en wordt almaar groter, maar toch geloven veel mensen nog steeds dat iedereen krijgt wat-ie verdient in het leven.
Wat Creating Freedom nog bijzonderder maakt is dat het is geschreven door 34-jarige portretschilder die op zijn 17e van school af ging. Hij heeft ook een documentaire gemaakt, die niet toevallig ook Creating Freedom heet. Ik sprak Raoul Martinez via Skype.
Hoi Raoul. Met het kapitalisme is van alles mis, laat je in je boek zien. We denken dat we vrij zijn, maar in werkelijkheid worden we van alle kanten beïnvloed.
Laat me een stapje terug doen. Ik begin mijn boek met een verhaal over wat ik de ‘geboorteloterij’ noem, the lottery of birth. Niemand kiest zijn eigen genen uit, en de omgeving waarin je opgroeit kies je ook niet zelf. Dat is puur een kwestie van geluk of pech. Tegen de tijd dat je zelf gaat nadenken over wie je bent en wat je wilt met je leven, is je identiteit al grotendeels gevormd.
Als we dat zelf niet doen, wie of wat vormt onze identiteit dan wel?
Behalve door onze genen worden we gevormd door wat we meekrijgen vanuit onze omgeving, bijvoorbeeld via de media en het onderwijs. De inhoud daarvan wordt grotendeels bepaald door mensen en bedrijven die een belang hebben bij wat jij denkt en gelooft over de wereld. In de tijd van monarchieën geloofden veel mensen bijvoorbeeld dat koningen hoogstpersoonlijk door God werden aangesteld, en dat armoede ook Gods wil was. Dat zorgde ervoor dat er minder kans was op verzet tegen de macht.
Zulke mechanismen om onze identiteit te vormen bestaan nog steeds, zoals reclames van grote bedrijven, de manier waarop nieuws tot stand komt, of het cultiveren van vaderlandsliefde door de staat. Ook het onderwijs vormt je op een manier die wenselijk is binnen de heersende ideologie. Op mijn zeventiende had ik op school bijvoorbeeld nog nooit één les gehad over kapitalisme of ongelijkheid. En in de geschiedenisles kwamen de kwalijke kanten van het buitenlandbeleid van Groot-Brittannië niet aan de orde. Ik moest dat zelf uitvinden, en was geschokt toen ik ontdekte waar mijn land verantwoordelijk voor is. Dat heeft mijn wereldbeeld drastisch beïnvloed.
Hoe doorbreken we die invloed op onze identiteit en de beperking van onze vrijheid die dat met zich meebrengt?
Ten eerste moeten mensen zich bewust zijn van deze dynamiek. Zo is er veel onwetendheid in de wereld over onrecht en ongelijkheid. Mensen onderschatten dat structureel. 10 procent van de Britten heeft meer dan de overige 90 procent samen, en wereldwijd is dat 1 tegenover 99 procent. Die ongelijkheid is niet de uitkomst van hard werken. Dat is het simplistische verhaal dat we krijgen aangeleerd: dat mensen in het kapitalisme krijgen wat ze verdienen. Dat verhaal klopt niet. Wereldwijde ongelijkheid in welvaart is het resultaat van ongelijkheid in macht, en die komt weer voort uit zaken als slavernij, kolonialisme en imperialisme. Als je in het kapitalisme kapitaal hebt dan is het een goed systeem voor je, want dan kun je makkelijk rijker worden. Hoe rijker je bent, hoe sneller je nog rijker wordt, zoals Thomas Piketty heeft laten zien in zijn magnum opus.
Behalve bewustzijn creëren moeten we ook nadenken over hoe we de wereld kunnen veranderen. Sowieso moeten mensen er eerst in gaan geloven dat verandering ook echt mogelijk is. Optimisme is daarom een belangrijke politieke strategie. Zelf probeer ik een juiste balans te houden tussen hoeveel ik praat over problemen, en hoeveel over oplossingen. Ongeveer de helft van mijn boek gaat over oplossingen, gebaseerd op geweldig inspirerende dingen die al gaande zijn. De waarheid is echter wel dat we niet veel tijd hebben. We leven in een crisistijdperk, met name de klimaatcrisis is prangend, dus we moeten nodig overstappen naar een ander economisch systeem. Vooral degrowth is daarbij van belang, ‘ontgroei’.
Ontgroei? Wat is dat?
Landen staren zich nu blind op economische groei. De economie moet elk jaar twee tot drie procent groeien, maar ecologisch gezien is dat onhoudbaar. De bronnen van onze planeet zijn niet onuitputtelijk, dus we kunnen niet almaar meer produceren en consumeren. Dat kan alleen maar op een catastrophe uitlopen. Ecologisch economen en klimaatwetenschappers adviseren dus om te streven naar ‘ontgroei’, het verkleinen van productie en consumptie. Ook moeten we switchen naar groene technologie en andere structurele veranderingen doorvoeren, zoals het delen van natuurlijke bronnen, het delen van werk, het herverdelen van welvaart en het basisinkomen invoeren.
Je zei dat identiteit gevormd wordt door je genen en je omgeving, en dat wie je bent de uitkomst is van geluk of pech. Hoe ben jij zo gelukkig uit die loterij gekomen?
Ik ben net zo goed een product van mijn omgeving als anderen. Aan sommige dominante ideologische invloeden ben ik ontsnapt door mijn familie, en omdat ik zelf de wens en het voorrecht had om lange tijd boeken te lezen en onderzoek te doen. Daardoor ben ik met ideeën in aanraking gekomen waar je in het reguliere onderwijs of in je werk zelden tot nooit iets van meekrijgt.
Ik kom uit een middenklassegezin. Mijn Spaanse opa vocht in de Spaanse burgeroorlog tegen Franco, en moest daarna asiel zoeken in Engeland, waardoor ik in 1983 hier ben geboren. De katholieke kerk stond aan de kant van Franco, dus van huis uit heb ik geleerd dat je autoritaire leiders en de kerk niet moet vertrouwen. Mijn vader leerde me verder dat ‘waarom’ het belangrijkste woord ter wereld is, en van kinds af aan heb ik veel vragen gesteld. Waarom is er oorlog? Waarom zijn mensen arm? Waarom doden mensen elkaar? Typische vragen die je als kind stelt, maar op latere leeftijd niet meer, ook al heb je nooit antwoorden gevonden. We focussen ons op school en werk, en leren hoe we moeten overleven in het systeem, zonder er iets van te begrijpen of het te willen veranderen.
Je bent op je zeventiende gestopt met school. Raad je jongeren aan om dat ook te doen?
Ik geef niet graag algemeen advies, want elk mens is anders. Ik had de steun van mijn ouders, dat maakte het makkelijker om met school te stoppen. Ik wilde schilderen en boeken lezen, en mijn ouders vonden dat goed. Wat ik wel kan zeggen: onderwijs is te belangrijk om aan het onderwijssysteem over te laten. Leren is een levenslange bezigheid waarin je zelf het voortouw moet nemen. Of je nou studeert of werkt, je moet altijd zelf nadenken, op zoek gaan naar een tegengeluid, mensen spreken die het niet met je eens zijn. Je moet altijd streven naar waarheid, en je niet aansluiten bij een ideologie, overtuiging of religie. Weet je wat het is? De meeste mensen hebben meestal ongelijk. Kennis is extreem moeilijk te krijgen. Als ik iets geleerd heb tijdens het schrijven van dit boek, dan is dat het. Zelfs als je in de goede richting zit kom je er later achter dat dingen net iets anders zijn dan je dacht. Nederigheid en de vurige wens om de wereld te begrijpen zijn daarom twee belangrijke intellectuele eigenschappen om te cultiveren.
Ik ken trouwens ook genoeg mensen die wel goed uit het reguliere onderwijs zijn gekomen. Er bestaat niet één juiste manier. Als je je eigen ontwikkeling maar niet aan een school, leraar of een andere autoriteit overlaat.
Over ‘school’ gesproken: Alain de Botton van The School of Life zei laatst dat kapitalisme en winst maken op zich prima zijn, maar dat we de economie zo moeten inrichten dat onze “hogere behoeften” bevredigd worden, zoals kennis en geluk. Wat vind jij daarvan?
Als hij dat zo gezegd heeft dan begrijpt hij niet hoe kapitalisme werkt. Kapitalisme geeft niets om menselijke behoeften, welzijn of het milieu. Markten maken geen onderscheid tussen goed en slecht. Kapitalisme draait om winst maken, en bedrijven doen dat op de makkelijkste manier die ze kunnen verzinnen. Als ze daarvoor fastfood aan kinderen moeten verkopen, dan doen ze dat.
Kan winstmaximalisatie niet samenvallen met wat goed is voor mensen?
Soms wel, maar meestal niet. Als je een betere service aanbiedt of je product verbetert kan dat voor mensen goed zijn. Maar het is makkelijker winst maken door je werknemers minder te betalen, door misleidende reclames te maken, door overheidssteun te bedingen, belasting te ontduiken, je natuurlijke bronnen toe te eigenen, of het milieu te vervuilen zonder de kosten daarvan te betalen. Dat gebeurt aan de lopende band.
Weet je wat een van de grootste obstakels is voor winst maken? Democratie. Met democratie kunnen burgers samenkomen en besluiten om bedrijven te reguleren en zichzelf te beschermen tegen uitbuiting, misleiding en de vernietiging van het milieu. Vanuit het perspectief van bedrijven is de democratie daarom een bedreiging. Een logische reactie van grote bedrijven is om te proberen om controle over de staat te krijgen en de democratie te ondermijnen.
Zoals ik eerder al zei: als je geld hebt kun je dat gebruiken om je eigen belangen veilig te stellen, via de media, advertenties, denktanks, lobbyisten, onderwijs en het financieren van politieke partijen. Dat zijn allemaal manieren waarop de democratie verandert van het principe van ‘één persoon één stem’ naar ‘één euro één stem’. Kapitalisme is dus op veel manieren onverenigbaar met democratie, welzijn en zeker milieubescherming. Het is een vernietigend en amoreel systeem. Om een beschaafde, duurzame toekomst veilig te stellen moeten we het kapitalisme aan banden leggen.
Maar we leven toch al in een democratische samenleving? Moeten we dan niet een heel ander politiek systeem verzinnen?
Er is niets speciaals aan het democratische gehalte van onze samenlevingen. We zijn onderdeel van de democratische revolutie, die al een paar eeuwen gaande is. Het is work in progress. Een deel van de vooruitgang is de laatste vijftig jaar teniet gedaan, door neoliberalisme en marktfundamentalisme. In de economie zelf is nog bijna geen democratie, ook niet binnen het onderwijs, en ook amper bij verkiezingen. Rijkdom en macht zijn van grote invloed op de inhoud en uitkomst van verkiezingen. En dat de media grotendeels in handen zijn van rijke mensen en bedrijven maakt het er ook niet democratischer op. Voor vrije journalistiek zouden de media juist gedemocratiseerd moeten worden.
Dit interview deed ik voor VICE Money, zie hier. Hieronder staat een TED-talk van Raoul Martinez over het thema van zijn boek, en daaronder de trailer van zijn documentaire.