Vier jaar na zijn afstudeerfilm Onno de onwetende, gaat maandag in Rotterdam de film Nocturne van Viktor van der Valk in première, een duistere lowbudgetfilm waar de liefde voor het medium film vanaf spat. Nocturne neemt je mee in het hoofd van Alex, een filmmaker in crisis, die van zijn geldschieter nog één nacht krijgt om zijn diep persoonlijke filmproject af te ronden. Maar Alex (gespeeld door Viktors broer Vincent) is in de war: zijn vriendin is vertrokken, zijn moeder ziek, hij twijfelt aan alles. Gaat het hem lukken?
Op zoek naar verlossing doolt Alex rond in een wereld vol filmclichés: donkere stegen, rinkelende telefoons, achtervolgingen, een dubbelganger, pistolen. Zijn moeder wil hem helpen door hem op te vrolijken en geld te geven. Zijn financier, een vrouw in een rokerige limousine, wil hem helpen door alle rechten op te kopen en de film zelf af te maken. Zijn vriendin heeft de hoop opgegeven en is vertrokken. Alex wil vasthouden aan zijn artistieke visie, al heeft hij moeite die te formuleren. Pas als hij een somber meisje ontmoet, de vriendin van zijn zelfverzekerde dubbelganger Ferdinand (Reinout Scholten van Aschat), beseft hij dat hij zijn film en zijn levensvisie moet herzien: als kunstenaar kun je het leven niet buitensluiten.
Viktor van der Valk won in 2014 met zijn afstudeerfilm een bedrag van 80.000 euro, en met hetzelfde team wilde hij nu een speelfilm maken. Ze sprokkelden nog twee ton bij elkaar, waarmee het totaal op 280.000 euro kwam – nog steeds een schamel budget voor het maken van een film. Met een stuk of tien mensen werkte hij vier jaar lang intensief aan Nocturne. Tientallen anderen waren sporadisch betrokken. Alles onbetaald.
Dat mensen onbezoldigd meewerkten kwam voort uit liefde voor film, vertelt Viktor me in een café in Amsterdam-Oost. “Ik heb het benaderd zoals ik dat vroeger deed, als ik met buurjongetjes in Arnhem en met m’n broer films maakte. Wij zorgden bijvoorbeeld dat er op Kerstavond een zelfgemaakte film te zien was. We belden iedereen op, al m’n vriendjes, of ze wilden meespelen. Sommigen konden niet, anderen vonden het te koud, dan moest je het anders oplossen. Eén jongen speelde altijd iedereen die doodging. De hoofdrol gaf ik aan mijn beste vriend of speelde ik zelf.”
Broer Vincent, bekend van onder meer Gluckauf (vier Gouden Kalveren in 2015), dacht mee over welke acteurs ze zouden benaderen. “We hebben mensen direct opgebeld, gezegd dat we ze graag voor een rol wilden en gevraagd of ze het script wilden lezen. Onze enthousiaste benadering werkte aanstekelijk, denk ik, plus dat een aantal van hen mijn afstudeerfilm had gezien. Bij het script dachten ze misschien: wat staat hier, ik snap er geen reet van. Misschien vonden ze dat ook spannend, om dat samen uit te gaan zoeken. Het hele project was een zoektocht, een poging tot het maken van film.”
Alles is stijl in Nocturne. Geen shot is saai, overal is over nagedacht en van ieder beeld druipt af dat we hier met ‘een film’ van doen hebben. De 2K-beeldkwaliteit, opgenomen met 16mm-camera, het hoge contrast tussen licht en donker, de vele bloedrode voorwerpen, de sigarettenrook – alles ademt een sfeer van film noir en nouveau vague en een verlangen naar een tijd waarin er nog cinema met een grote C gemaakt werd.
Nocturne is een spel met het medium film. Het is een film die met zichzelf speelt terwijl hij over zichzelf fantaseert. Die vreemde, masturbatoire vorm werkt bevredigend in een film over een obsessie met film. Vorm en inhoud vallen samen. Voor hoofdpersoon Alex staat film op nummer één tot en met honderd, en de rest van de wereld bungelt daar ver onder. Hij sluit iedereen buiten: familie, zijn geliefde, de mensen met wie hij werkt. Alles draait om hem: zijn visie, zijn droom. Feit en fictie raken hopeloos verward en oog voor de waarheid heeft hij niet meer. Welke waarheid? Dat je om goede kunst te maken je niet hoeft af te sluiten van de mensen en dingen om je heen. Integendeel.
Nocturne oogt zwaar, door het vaak donkere beeld, de dreigende toon van de dialogen en de onvoltooide achtste symfonie van Schubert die steeds luid klinkt, maar de film balanceert lichtvoetig op de grens tussen ernst en ironie. Bij vlagen lijkt hij een parodie op film, vol clichés en citaten, overgoten met een saus van nostalgie. Nooit wordt het echter een karikatuur, want de actie wordt steeds weer origineel verbeeld. Eerder is het een ode aan film – al is ook dat een cliché.
“Ik heb bewust gebruik gemaakt van filmclichés, omdat die het verlangen van mijn hoofdpersonage Alex laten zien. Hij verlangt naar romantiek, als tegenhanger van de in zijn ogen vaak teleurstellende, grillige werkelijkheid. Ik wil niet overkomen als een nostalgicus, maar in het huidige filmlandschap mis ik soms de romantiek. Toen ik La grande bellezza van Paolo Sorrentino zag, dacht ik: wauw, wat een verademing dat er weer een filmmaker is die grotesk, bijna operatesk durft te zijn.”
Ook de films van de inmiddels 88-jarige Jean-Luc Godard zijn een inspiratiebron voor Viktor van der Valk. Als je die niet kent, raadt hij je aan Vivre sa vie of Pierrot le fou te bekijken. “Waanzinnige films. Laat me vooropstellen dat iedereen geïnspireerd is door Godard, want hij heeft enorm veel betekend voor film. Daar is al genoeg over gezegd en geschreven. Ik vind zijn enthousiasme, zijn speelsheid en zijn constante bevragingen van en overpeinzingen over het medium aanstekelijk. Die ingrediënten lijken vandaag de dag minder op de voorgrond te staan.”
“Het lijkt er soms op alsof realisme en geloofwaardigheid de graadmeters zijn geworden voor kwaliteit, terwijl ik mij afvraag of de filmkunst niet over iets anders gaat. Volgens mij is het nooit de intentie van film geweest om het ‘echte’ leven zo goed mogelijk na te spelen. Wil ik naar het echte leven kijken, loop ik wel een blokje om. Ik heb het idee dat film vaak de intentie heeft gehad om je anders naar het leven te laten kijken. Daarvoor is verbeelding nodig. Volgens mij is dat nog altijd de kern van de filmkunst. Het is de verbeelding die uitnodigt om aan een verhaal deel te nemen. Godard beschikt over een enorm rijke verbeelding. In de ogen van sommigen wellicht iets te rijk, maar ik kijk er graag naar. Zijn zoektocht naar de mogelijkheden van film maakt hem voor mij een held.”
Wat zou Viktor van der Valk anders gedaan hebben in Nocturne als hij nog vijf ton subsidie had gekregen? “Ik had graag mensen een compensatie gegeven, omdat ze er toch veel tijd in gestopt hebben.” Maar qua resultaat en proces is het grotendeels zo gegaan als hij wilde. “We hebben 35 draaidagen gehad, dat is vrij veel voor een Nederlandse film, zeker een debuutfilm.” Dat er weinig geld was, werkte ook verhelderend. Hij kon met iedereen open kaart spelen: je hoeft niet mee te doen, maar als je ja zegt gaan we ervoor. Een groot budget had dat onderhandelingsproces juist veel moeilijker gemaakt.
Ik schreef dit voor Creators van VICE, zie hier.