Vanaf deze week draait Minding The Gap in Nederlandse bioscopen, een Amerikaanse documentaire van de dertigjarige Bing Liu die eerder al op IDFA te zien was. Wat begint als een dromerige skateboardfilm, met skaten als ultiem symbool van vrijheid, verandert al snel in een akelig coming-of-age-verhaal over Bing en zijn vrienden Zack en Keire. Alle drie komen ze uit de verpauperde industriestad Rockford in de staat Illinois, alle drie kregen ze als kind klappen van hun vaders en alle drie vonden ze in skateboarden een uitlaatklep. Het is een aangrijpend verhaal over opgroeien in armoede, en een film die me deed terugdenken aan de tijd dat ik zelf skatete en foto’s en filmpjes van mij en mijn skatevrienden online zette.
Bing Liu maakt al sinds zijn puberteit skateboardfilms, een hobby die hem niet alleen veel beeldmateriaal van kickflippende tienerjongens heeft opgeleverd, maar die ook het begin was van een veelbelovende carrière als cameraman en filmmaker. Het idee om een film te maken over zijn vrienden en ze daarvoor een jaar of vijf te volgen, heeft hem een prachtige documentaire en een Oscarnominatie bezorgd. Bing blijft tijdens het filmen in de eerste plaats een goede vriend. Hij luistert, oordeelt niet en stelt zichzelf ook kwetsbaar op, bijvoorbeeld door met zijn moeder over zijn overleden stiefvader te praten, die hun allebei sloeg.
Keire Johnson is Afrikaans-Amerikaans, Bing Liu Aziatisch-Amerikaans en Zack Mulligan Iers-Amerikaans, waarmee het met de diversiteit wel snor zit. Op doordeweekse avonden drinkt Zack twaalf blikjes bier en in het weekend nog meer. Hij is slim, grappig en stoer, vond ook zijn vriendin Nina, met wie hij op een derde van de film een baby krijgt. Ze maken ruzie, slaan en schelden, en scheiden dan maar. “Je mag vrouwen niet slaan,” legt Zack aan Bing uit terwijl hij een halveliter drinkt en over een meer in de verte staart. “Maar bitches moet je af en toe wel een klap geven.”
Het is een ontroerend moment, een van velen, niet alleen omdat Zack echt gelooft dat je vrouwen soms moet slaan, maar vooral doordat je voelt dat er tussen hem en Bing een vriendschap bestaat waarin hij dit kan zeggen, zelfs met een draaiende camera erbij. Tegelijkertijd denk en hoop ik dat dit moment, en de film als geheel, Zack doet inzien dat drinken en vrouwen slaan niet de weg naar geluk is. Dat maakt Minding The Gap zo mooi: het is een registratie van een leerproces, waarvan het resultaat zelf een les is, voor de personages en voor het publiek.
Keire is de enige zwarte jongen in hun grotere vriendengroep. Hij maakt daar zelf grappen over, alsof hij zo de angst er niet bij te horen wil bezweren. Op tweederde van het verhaal trekt hij op met jongere skaters, scholieren nog, omdat Zack van de radar is. De witte jongeren praten over wat het betekent om zwart of wit te zijn. Het is hoopvol om te zien dat jonge jongens daarover discussiëren, al kijkt Keire er zelf een beetje droevig bij. Keire denkt aan wat zijn vader zei: “Vergeet niet dat je altijd de zwarte zult blijven.” Zijn vader is vroeg overleden. Het laatste wat Keire tegen hem zei was “Ik haat je.” Maar hij houdt zielsveel van hem, ondanks alle klappen die hij kreeg.
Zack, Bing en Keire kunnen goed skaten, veel beter dan ik dat kon in de jaren nul. Bing doet aan het begin van de film een nollieflip van een muurtje, Zack een wallride die eindigt in een sprong over een gap – niet die gap die bedoeld wordt in de titel. Welke wel? De stap van jeugd naar volwassenheid? Een gat waar ze geen van allen in zijn gedonderd? Hun achterstand op kinderen uit rijkere gezinnen? Dat wordt nergens echt uitgelegd, maar dat hoeft ook niet. Wel duidelijk is dat deze jongens liever in het skatepark waren dan thuis. “Samen skaten was alsof we familie zijn,” zegt Zack. “Wij keken naar elkaar om, omdat niemand anders naar ons omkeek.”
Rockford is niet bepaald het paradijs, met alle armoede, criminaliteit en werkloosheid. Het is een van de gevaarlijkste steden in de VS. Bing, Keire en Zack hebben een minder goede start gehad dan Jan-Jaap, Jelle en Henk – dat ben ik – uit Zuid-Holland. Ik dacht bij de film terug aan 2001, toen ik 15 werd en veel skatete. Bij ons op het dorp waren twee stoepranden en wat asfalt, en in Gorinchem had je het stadhuisplein. We hadden geen skatespots of -park als in Rockford, maar onze vaders waren vreedzame christenen en wij konden na de middelbare school doorleren. Zack en Keire hebben naar het lijkt niet eens hun middelbare school afgemaakt – dat wordt in de film niet helemaal duidelijk – en moesten aan de bak als dakdekker en afwasser. Bing niet, die is naar de filmacademie gegaan.
Het vastleggen van je kunsten hoort bij de skatecultuur. Tegenwoordig heeft iedereen een smartphone, maar in de vroege jaren nul kwamen er pas net betaalbare digitale cameraatjes op de markt. Ik maakte foto’s en filmpjes van onze bescheiden capriolen en zette die op internet. Jan-Jaap kon een backsideflip en Jelle sprong na een week van de hoogste trap bij het stadhuis. Op de site van onze ‘crew’ (gehost op tiscali.nl), maakte ik voor ieder een profiel, en ik schreef over skatefilms, zoals deze diepgaande review van LV3, van de Left-skateboardwinkel uit Rotterdam: “LV3 in één woord: hard-core-video-die-je-moet-zien. LV3 is zonder meer de beste Nederlandse skateboardvideo tot nu toe.”
Schaamte is een tintelend gevoel in je handen en je nek, en ik voel het als ik in mijn oude profiel zinnen teruglees als: “Tussen het skaten door eet ik en slaap ik om in leven te blijven, en als ik dan nog wat tijd over heb dan werk ik aan deze site, waar ik persoonlijk niet zo heel trots op ben. Zolang jullie hem blijven bezoeken ben ik gelukkig.” Of deze: “Om aan te tonen dat wij hier goed overweg kunnen met een stuk speelgoed van hout en ijzer en weet-ik-veel wat, leg ik af en toe wat bewijsmateriaal vast met mijn digitale fotomonstertje. Mazzels en skate ze.”
Schaamte kan destructief uitpakken, maar zo’n oude website kun je niet verscheuren en weggooien. Ik was vijftien en ik schreef dat ik gelukkig zou zijn als mensen mijn website maar bleven bezoeken. Maar ook zonder dat mensen mijn site bezochten was ik gelukkig. Ik had vrije tijd genoeg om te skateboarden en via de inbelverbinding foto’s te uploaden. Mijn vader heeft mij nooit in elkaar geslagen omdat hij vond dat ik er belachelijk uitzag, zoals bij Bing en zijn broer gebeurde.
Nu verdien ik wat geld door achter mijn laptop te zitten, films te kijken en te schrijven, en kan ik ’s zomers een maand op vakantie naar de VS, waar ik afgelopen zomer Minding the Gap zag. De welvaart is ongelijk verdeeld; waar je wieg staat is bepalend voor je toekomst. Anderzijds: een documentaire over mijn jeugd en skatevrienden was oneindig veel saaier geweest dan deze. Leed leidt tot betere verhalen.
Hoe zit het met Bing? Is hij gelukkig? Hij heeft een rotjeugd gehad door z’n stiefvader, hij heeft een mooie film gemaakt en een creatief beroep waar je jaloers op kunt zijn. Zondag won hij niet de Oscar voor beste documentaire, dat was ongelukkig, maar Minding The Gap is wel een van Barack Obama’s favoriete films van 2018. Terecht: de film laat zien wat het in deze eeuw betekent om jong en arm te zijn in de VS, en zet je aan het denken over geluk.
Ik schreef dit voor VICE, zie hier.