Het was zaterdagmiddag, we zaten in een restaurant aan een provinciale weg. ‘Vind jij het ook zo warm?’, vroeg mijn vriend João, een Braziliaan met rastahaar. Even tevoren had hij mij zijn nieuwe woning laten zien, waar alle ramen wijd open hadden gestaan. Ik had het koud gekregen en was blij dat we in het aangenaam maar zeker niet overdreven warme restaurant zaten.
João trok puffend zijn capuchontrui uit. ‘Bij jou stonden alle ramen open’, zei ik. ‘Misschien heb je het daardoor nu warm.’ De ober zette het voorgerecht op tafel. ‘Ik heb altijd de ramen open’, zei João. ‘Ik ben laatst 38 geworden, volgens mij is mijn andropauze begonnen.’
Andropauze, ik kende die term niet. Thuis heb ik de Van Dale geraadpleegd: ‘Overgangsperiode bij de man, o.a. gekenmerkt door energiegebrek en een verminderde potentie’. Opvliegers staan er niet bij, maar die kunnen onder de ‘o.a.’ vallen. ‘Penopauze’ en ‘mannelijk climacterium’ betekenen hetzelfde, aldus het woordenboek. Bestaat dit echt?
In een Volkskrant-artikel uit 2015, met de kop ‘Let maar niet op papa, hij is in de overgang’, vond ik het antwoord. Uroloog Cobi Reisman legt uit dat een afname van testosteron bij mannen met overgewicht na hun 45ste kan leiden tot ongemakken die lijken op die van vrouwen in de overgang. Hij noemt dit ‘laat hypogonadisme’, wat letterlijk ‘het onvoldoende functioneren van de geslachtsklieren op latere leeftijd’ betekent (‘hypo-’ staat voor een tekort, ‘gonade’ voor geslachtsklier). ‘Dat gebeurt bij lang niet alle mannen, terwijl wel alle vrouwen vroeg of laat in de overgang komen’, aldus de uroloog.
Meer bewegen en afvallen zouden de klachten doen verminderen. Dagelijks een half uur stevig wandelen helpt al. Ik ga het volgende keer vertellen aan mijn vriend João.
Geschreven voor de Volkskrant