Kan de planeet gered worden vanuit de keuken? Sinds begin 2020 zoekt de Belgische actrice en theatermaker Sien Vanmaele het antwoord op deze vraag. Ze is op het eiland om deel te nemen aan het Lab, waarin vijftien kunstenaars vanuit verschillende disciplines hun werk en onderzoeksvragen aan de groep presenteren en van elkaar leren. Voor de bijna complete redactie van de Oerol-krant gaf ze een demonstratie van haar kunsten vanuit Kookstudio Flang in de Pan, in Hoorn.
“Ik doe onderzoek naar de voeding van de toekomst”, legt Vanmaele uit. “Alles waarvan ik denk dat het bij de toekomst kan horen, of dingen waarvan ik denk dat ze opnieuw bedacht moeten worden, die ben ik aan het onderzoeken. Als je het hebt over voeding, gaat het ook over hoe onze voeding gekweekt wordt, welke meststoffen we gebruiken, waar dat we ze kweken en hoe we dat op een duurzame manier doen.” Vanmaele volgde een opleiding Urban Farming en bekwaamde zich in diverse technieken om voedsel te bewaren, zoals fermentatie en pekelen.
Het menu van de toekomst
Wat staat er zoal op het menu in de toekomst? “Zeewier en microalgen, want die bevatten veel eiwitten en vitaminen die goed kunnen zijn bij een vegetarisch dieet.” Ook krijg je zilte groenten voorgeschoteld. “Veel van de landbouwgrond verzilt, want we gebruiken te veel zoet water. Zilte planten verdragen zout water beter. Er wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van zeewater om tomaten en aardappelen en andere groenten water te geven, zodat er minder zoet drinkwater naar de planten hoeft te gaan. Dat lukt heel goed, zeker op Texel zijn ze daar keihard mee bezig.” Ook insecten en zwammen zullen in de toekomst op ons bordje belanden, aldus Vanmaele.
Een ander belangrijk idee voor het eten van de toekomst is ‘zero waste’, oftewel het koken en eten zonder verspilling en zonder verpakking. Vanmaele: “Vanaf 1 juli ga ik drie maanden proberen zonder verspilling en verpakkingen te leven.” Ze heeft een maandmenu opgesteld en de verpakkingsvrije winkels in kaart gebracht. Deze zomer gaat ze met haar vriend kamperen in Frankrijk, en in plaats van haar baguettes elke dag in papier of plastic mee naar de tent te dragen, zal ze dat doen in een stoffen stokbroodzak gemaakt door haar moeder. “Die zak heeft de vorm van een stokbrood en als ik daarmee bij de Franse bakker aankom dan zal die wel begrijpen wat de bedoeling is.”
Planetaire bezorgdheid
Vanmaele voelt een enorme bezorgdheid voor de planeet. “Mijn dramaturg zegt: jij bent planetair bezorgd.” Vanwege die bezorgdheid probeert ze haar eigen leven duurzaam in te richten. “Je hebt altijd de tweestrijd: moet de overheid iets doen of wordt alle verantwoordelijkheid bij de burger gelegd? Hoe meer de burger zijn stem laat horen, bijvoorbeeld dat ze geen verpakkingen meer willen, dan luistert de politiek ook daarnaar. De meeste veranderingen komen op gang omdat burgers beginnen te protesteren.”
Ondanks haar bezorgdheid probeert ze niet te moraliseren. “Ik ben echt geen heilige, ik eet ook regelmatig vlees. Als ik nu denk hoeveel plastic ik koop denk ik: ik ben echt het slechtste voorbeeld ever!” Ze probeert een balans te vinden, en niet alleen maar alles extreem duurzaam te doen. “Je moet ook nog leven. Het leven is mooi en je moet het jezelf ook niet te moeilijk maken.” Op een drukke dag eet ze gerust een zak frietjes. Haar lievelingssauzen zijn huisgemaakte tartaarsaus van de friettent en Joppiesaus. Bij de McDonalds zul je haar niet snel vinden. “Dat mag niet van mijn lief.”
Voor Oerol heeft ze tijdens de lockdown een virtuele voorstelling gemaakt over microalgen. “Mensen krijgen thuis een envelop in de bus met spirulina, dat is een microalg.” Samen met haar moeder verdeelde Vanmaele een pot spirulina over vele kleine plastic zakjes met sluitstrip. Ze voelden zich net een stel drugsdealers. Daarnaast moesten de mensen zelf enkele verse ingrediënten inkopen om daar onder begeleiding van Vanmaele een eetbaar gezichtsmasker van te maken. “We doen een schoonheidsritueel waarin we onze huid reinigen met warm water en van honing een eetbaar gezichtsmasker maken.” Dat smeren mensen op hun gezicht, daarna wassen ze het weer af om daarna het gezicht te behandelen met een ijsblokje met rozenblaadjes, die zitten ook in de envelop. “Wat over is van het masker kan ’s morgens door de yoghurt, in een cupcake en anders kan het bij de compost of bij de kamerplanten.”
Vanmaele heeft altijd graag gegeten, althans dat beweren haar ouders. Haar passie voor koken is begonnen nadat ze heel ziek is geweest, ze heeft de ziekte van Crohn. “De ziekte van Crohn is een welvaartsziekte. Ze denken dat het deels komt door de voeding die wij eten, maar ze weten het eigenlijk niet zeker.”
Wij mochten lekker proeven
In de tuin naast de kookstudio te Hoorn, te midden van een hottub, tuinmeubilair en een zelfverzekerd scharrelende witte kip, bereidt Vanmaele twee gerechtjes voor de Dagkrant van Oerol. Met uitzondering van een kuipje zure room van de Coop in Midsland kwamen alle ingrediënten van het eiland. De zeealsem die Vanmaele jouw dagkrantredacteur uit de hand voert smaakt alsof je goedkope parfum op je tong sprayt, maar verwerkt tot siroop heeft deze telg uit de composietenfamilie een uiterst zoete smaak. Cranberries gebruikt ze niet, want die zijn niet in het seizoen. Zoutmelde wel, de oerversie van de spinazie, door Vanmaele op Terschelling geplukt. Wil je er zelf op uit om Zoutmelde te plukken, dan kun je terecht op het wad. “Pluk alleen wat je zelf gaat gebruiken”, geeft de culinaire theatermaker als dringend advies.
Het eerste gerechtje dat Vanmaele voor ons bereidt — “Vlaamse eilanddip”, noemt ze het zelf — is een dip van zure room met zoutmelde, bloem van de zeekool, bloem van oesterblad, duinrozenblaadjes en kappertjes van schapenmadeliefjes. “Dat zijn madeliefjes uit een weide waar schapen grazen, dus die zijn bemest met schapenstront.” Met de rasp tegen haar buik geplaatst voegt ze er citroenschil aan toe. De ingrediënten zijn op smaak geselecteerd en het gerecht is kleurrijk. “Ik vind het leuk om verschillende kleuren te combineren. Ze zeggen altijd dat uw bord er moet uitzien als een regenboog. Welke kleur ingrediënten hebben betekent ook wat voor vitaminen en mineralen erin zitten.” We eten de dip door er met het taaie blad van de zeekool doorheen te lepelen en dat blad vervolgens af te likken. Het tweede gerechtje is de eerdergenoemde siroop van zeealsem, geserveerd in schelpjes die Vanmaele op het strand heeft verzameld en in kokend water heeft gereinigd.
Video door Jonathan Sipkema
Mocht je vandaag het festival willen afsluiten met een cocktail, dan adviseert Vanmaele een gin-tonic met zeekraal of een blaadje zoutmelde. Ook zeekraal vind je op het wad, het plantje heeft een zoute smaak. “Wat ook leuk is, is kauwen op een blaadje zoutmelde en het vervolgens wegspoelen met een shotje gin.”
Proost, en tot volgend jaar!
Geschreven voor de Oerol-krant van zondag 20 juni 2021