In het voormalige havengebied waar ik woon, zijn vaklieden al jaren bezig woontorens voor bovenmodaal geëmployeerde medemensen te realiseren. Op mijn ommetjes ontdekte ik deze winter telkens iets nieuws in de wijk: een doorgang langs het water achter de nachtclub, steigerlampjes, een ijszaak, een bakkerij.
Begin januari vielen de straatnaamborden me op. Ze herinnerden me aan een artikel in Het Parool. ‘De gemeente Amsterdam wil dat de grote verscheidenheid aan identiteiten en culturen in de stad meer gaat terugkomen in nieuwe straatnamen’, schreef die krant in oktober 2020. Namen van vrouwen en andere ‘ondervertegenwoordigde groepen’ kregen de voorkeur. Belangrijk streven, en liggen de mogelijkheden daarvoor niet voor het oprapen?
Blijkbaar niet. Het mag een ontvlambaar onderwerp zijn, identiteiten en representatie, maar om er direct een een arsenaal brandblusjargon tegenaan te gooien, lijkt me voorbarig. Toch las ik Vluchtladderstraat, Rookmelderstraat, Brandslangstraat en Sprinklerstraat op de blauwe bordjes. De namen lijken gekozen om een potentieel explosieve discussie onschadelijk te maken, maar blijken op feiten gebaseerd. De huizen zijn gebouwd op de plek waar de Ajax-fabriek stond, waar brandblussers werden gemaakt, aldus een bericht op Nu.nl.
Toch gênant. Je koopt een luxeappartement van richting de 1 miljoen euro, maar als je je nieuwe adres aan je contacten doorgeeft, klinkt het alsof je bent verhuisd naar een boek van Annie M.G. Schmidt.
‘Zit de Lullemanstraat er ook tussen?’, vroeg mijn vader. ‘Lulleman?’ vroeg ik. ‘Bedoel je Marc Overmars?’ riep mijn moeder vanuit de keuken. Nee, de lulleman, zo legde mijn vader uit, is iemand die de ‘lul’ bedient, dat is de spuitmond van een brandslang. De lulleman is dus de brandweerman.
Ik kende het woord niet. Tegenwoordig staat in de Van Dale nog slechts de betekenis ‘vervelende babbelaar’.
RECTIFICATIE: In de Van Dale staat wel het woord ‘lullenman’, met een tussen-n, met als betekenis: ‘iem. die bij een brand de lul bestuurt’. Omdat ik gebruikmaakte van het online woordenboek en niet van de papieren versie, is het bestaan van deze variant me ontschoten. Twee lezers wezen me hierop. Dank daarvoor.
Geschreven voor de Volkskrant, zie hier.