In Denis Villeneuves nieuwe film Arrival landen er twaalf augurkvormige ruimteschepen op Aarde, onder meer in Amerika, Rusland en China. Nou ja, landen – ze zweven een paar meter boven de grond. Om de achttien uur opent er een luikje aan de onderkant en kunnen mensen het schip in om een kijkje te nemen. Via een tunnel komen ze aan bij een enorme flatscreen, waarachter zich twee zevenpotige ruimtejoekels bevinden die rare geluiden maken.
Het Amerikaanse leger haalt de roodharige taalkundige dr. Louise Banks (mooi, slim, single, gespeeld door Amy Adams) met een helikopter op bij haar prachtige huis aan een Amerikaans meer. Ze krijgt de taak om als intergalactische vertaalster uit te zoeken wat de fuck die aliens komen doen, en waar ze vandaan komen. Met een whiteboard en een viltstift laat ze ze woorden zien, waarna de aliens vanuit hun tentakels cirkelvormige inktpatronen op het scherm schieten.
Praten met aliens: in films is het vaak appeltje eitje. (Als het gebeurt trouwens, want in de meeste films is het gewoon knokken.) Twee klassiekers van Steven Spielberg laten zien hoe het zou kunnen. In Close Encounters of the Third Kind (1977) communiceren mensen en ruimtewezens door melodieën naar elkaar te sturen, en in E.T. the Extra-Terrestrial (1982) leert het gerimpelde mannetje Engels van de kinderen bij wie hij in huis woont.
In de meeste alienfilms spreken of begrijpen onze universum-genoten overigens gewoon Engels, wat wel zo makkelijk is. Bijvoorbeeld David Bowies personage in The Man Who Fell To Earth (1976): hij ziet eruit als een alien, maar spreekt gewoon Engels. Dat is natuurlijk vrij onwaarschijnlijk, maar hoe aannemelijk is het dat we überhaupt kunnen praten met buitenaardse wezens? Ik sprak met de taalkundige dr. Jan Don van de UvA over communicatie met ruimtewezens en andere vreemde soorten.
Hoe reageren taalkundigen op Arrival?
Ik heb hem nog niet gezien, maar ik zag op Facebook dat veel taalkundigen enthousiast zijn over de film. De taalkundige analyses die de held van de film uitvoert lijken goed op wat taalkundigen zouden doen indien ze gevraagd worden om een vreemde (mensen-)taal te onderzoeken. Maar de taalkundigen zijn vooral blij dat ze eens als held mogen optreden. Niets menselijks is ons vreemd.
Stel je voor: een hoge pief uit het leger laat je een opname horen van vijf seconden in een buitenaardse taal en vraagt je die te vertalen. Hoe zou je reageren?
Ik zou denken dat dat niet mogelijk is. Ik kan er niet vanuit gaan dat die buitenaardse wezens gebruik maken van hetzelfde soort begrippen als wij, noch dat hun ‘code’ op de een of andere manier past op het soort van code dat wij gebruiken.
Denk je dat we ooit met buitenaardse wezens kunnen communiceren?
Ik denk dat het uiterst onwaarschijnlijk is. De reden is dat ons menselijke taalsysteem, waarop uiteindelijk alle menselijke natuurlijke talen gebaseerd zijn, ontstaan is in de evolutionaire geschiedenis van de mens. Er zijn veel speculaties, en ook tamelijk radicaal verschillende visies, over hoe dat evolutionaire proces in elkaar steekt, maar iedereen is het er wel over eens dat ons taalvermogen ons scheidt van de andere diersoorten. Anders gezegd: ons taalvermogen is uniek voor de menselijke soort. Er is natuurlijk een kans (en je zou aan een bioloog moeten vragen hoe groot die kans is, maar ik acht hem zeer klein) dat min of meer hetzelfde evolutionaire proces zich op een andere planeet in het universum heeft voorgedaan. Maar laten we die mogelijkheid maar even uitsluiten voor het gemak.
Geldt dat dan ook voor communicatie met dieren?
Communicatiesystemen die dieren gebruiken, vertonen op sommige punten parallellen maar zijn in hun ‘design’ wezenlijk verschillend. Dat maakt dat we niet met bijen kunnen praten (terwijl ze wel een tamelijk complex systeem hebben waarmee informatie wordt overgedragen), of met wolven kunnen dansen. Misschien dat dolfijnencommunicatie complexer is dan veel van wat we tot nu toe begrijpen over communicatie in dieren, maar ik acht de kans dat we in onze taal kunnen communiceren met dolfijnen praktisch nul.
En wat als we het ‘design’ leren begrijpen?
Afgezien van het feit dat onze taal biologisch bepaald is, speelt er nog iets mee dat communicatie tussen soorten bemoeilijkt. Niet alleen het systeem van overdracht is anders, maar ook de concepten die overgedragen moeten worden zijn anders. Een bij heeft vermoedelijk geen notie van het feit dat hij een bij is, dat er een zon is, of dat hij in een zwerm woont. Hij heeft heel andere noties die totaal onverenigbaar zijn met onze noties en concepten.
En wat als wij ons supergoed leren inleven in een bij, of in een alien?
Er zijn lange filosofische verhandelingen over de onmogelijkheid om ons voor te stellen wat het is om een vleermuis te zijn. Het is zelfs al onmogelijk om je voor te stellen hoe het is om kleurenblind te zijn. Communicatie vereist een soort van ‘mapping’ van het soort van noties tussen de ene soort en de andere soort. Ik kan me voorstellen dat zo’n mapping er wel enigszins is met hogere apensoorten maar al moeilijker wordt met, noem eens wat, honden, en dat zal nog moeilijker zijn bij vliegen of amoeben, of wezens die in een heel andere omgeving (planeet) zijn geëvolueerd.
Is er ooit een compleet onbekende menselijke taal ontdekt, die net zoveel teweegbracht als de ontdekking van een buitenaardse taal?
Ik moet dan denken aan de eerste ontmoetingen van westerlingen met allerlei volkeren, zoals in dit filmpje:
Maar dan betreft het mensen, en die hebben een taalsysteem waarvan we zeker kunnen zijn dat het lijkt op ons taalsysteem – in tegenstelling tot bijen, wolven, laat staan buitenaardse wezens – en dat de noties en begrippen waarvan ze gebruik maken ‘menselijk’ zijn, en dus ook op de een of andere manier voor ons toegankelijk zullen zijn.
Kunnen we ons op de een of andere manier voorbereiden, mochten de aliens komen?
Een leuk maar pittig boek over verschillende communicatiesystemen bij dieren en het verschil van die systemen met menselijke taal is Doctor Dolittle’s Delusion van Stephen Anderson (van harte aanbevolen!). De ‘delusion’ is precies wat ik hierboven schetste: de goede dokter Dolittle kan niet met de dieren praten, want die beschikken niet over het menselijke taalvermogen.
Arrival draait sinds deze week in de bioscoop. Dit stuk schreef ik voor Motherboard, bekijk het hier.