Wat zou V uit V for Vendetta (James McTeigue, 2005) doen als hij op die desbetreffende ochtend in The Trial (Orson Welles, 1962) ontwaakt in het bed van Josef K.? Hij zou de indringers onschadelijk maken, de gordijnen sluiten en met dominostenen in de weer gaan. ‘Burgers moeten niet bang zijn voor de staat’, zegt hij tegen zijn buurvrouw, ‘de staat moet bang zijn voor burgers.’ De kafkaëske rechtbank zou diezelfde dag nog exploderen, op de maat van de Vijfde van Beethoven.
Andersom, in V’s ondergrondse schuilplaats, beklaagt Josef K. zich ’s morgens vroeg direct bij zijn hospita over het herinrichten van zijn kamer, midden in de nacht. Hij had wel wakker kunnen worden. Het aanpassen van privé-vertrekken mag op z’n tijd wenselijk zijn, prettig zelfs, maar dit is hem te gortig, met die capes en die sinistere maskers. En die filmposters! Later die dag conformeert hij zich aan het fascistische regime: K. wil vooral met rust gelaten worden.
Zou het echt zo gaan?
V for Vendetta is een superheldenfilm: de slechteriken zijn aan de macht en V komt voor het volk op. Het is wel een atypische film. Het einde biedt geen terugkeer naar een normale liberale democratische orde. Bovendien leidt V zijn opvolger, een jonge vrouw, nogal hardhandig op: hij martelt haar tot ze bereid is voor hem te sterven. Dat K. in de wereld van V for Vendetta redelijk zou functioneren komt doordat er een heldere orde is, zij het een verderfelijke, en hij wil graag doen wat er van hem verwacht wordt. Het zou een totaal andere film opleveren, waarin K. zou opgaan in de massa.
Andersom wordt het experiment pas interessant: komen V’s vaardigheden wel van pas in een dictatuur zoals die in The Trial? V is alwetend, maar valt er in The Trial wel iets te weten? Is de staat niet inherent ondoorgrondelijk? K. weet niet waarvoor hij gearresteerd wordt, zijn bewakers weten het ook niet. Niemand heeft overzicht over zijn proces, de kijker ook niet, chaos en willekeur heersen – een nachtmerrie. K’s advocaat – leuk gespeeld door Welles zelf – zegt invloed te kunnen uitoefenen, maar is dat wel zo? Hetzelfde geldt voor de schilder die hoog in de rechtbank atelier houdt, een spook uit een koortsdroom. V kan geweld inzetten, maar tegen wie en waartoe?
De belangrijkste reden waarom V als hoofdpersoon in The Trial niet zou werken is ook de reden waarom Orson Welles’ film zoveel beter is dan V for Vendetta: de film toont geen staat van verwarring, waarin een held orde zou kunnen aanbrengen, maar de film ís een staat van verwarring. K.’s personage en zijn omgeving vallen samen, inhoud en vorm zijn één, door een vervreemdende cinematografie (lenzen, perspectieven, muziek en decors). Het is een hermetisch geheel waarop niet valt in te breken – zelfs niet door een superheld.
Dit verscheen op de site van De Groene Amsterdammer, n.a.v. Cinema Egzotik: Dictatorial State Night in EYE te Amsterdam. Zie hier.