Ik ving eens op dat er een oud Chinees gezegde is over het uitlenen van boeken: “Je bent een dwaas als je een boek uitleent, maar nog dwazer als je geleende boeken weer teruggeeft.” Leuk en aardig, maar we zijn hier niet in China. Ook ik leen weleens een boek uit en ik krijg het niet altijd terug. Ik moet leren dat te accepteren. Een boek uitgeleend is meestal een boek weggegeven. Deze boeken leende ik uit en kreeg ik (nog) niet terug:
The Doors of Perception — Aldous Huxley
Bijna tien jaar geleden leende ik dit drugs-essay uit aan een Limburgse studiegenoot die ook mijn achterbuurman was. Als ik stond te pissen zag ik door het pleeraam zijn kamer, aan de overkant van een tuin vol troep en fietsen. Stond zijn raam open dan brulde ik zijn naam, waardoor mijn straal in kracht toenam. Als hij thuis was dan praatten we wat door onze ramen, als Italiaanse wasvrouwen.
Ik mocht hem wel: hij speelde basgitaar, las Wittgenstein en had interesse voor drugs. Voor mijn 25e verjaardag kreeg ik van hem een oud exemplaar van een werk van Immanuel Kant, in het Duits. Hij sprak met bewondering over De uitvreter van Nescio. Later vroeg ik aan een andere vriend of ik De uitvreter mocht lenen, maar dat mocht niet, want hij had het van zijn pa gekregen. Begrijpelijk.
Als ik aan uitgeleende boeken denk dan denk ik aan The Doors of Perception. Soms overweeg ik het terug te vragen, maar direct daarna besef ik dat alleen een lul dat zou doen. We spraken elkaar niet meer sinds mei 2013, en ik ga dat boek toch niet lezen. Ik accepteer het verlies. Als je dit leest: ik gun het je, en het ga je goed.
De adel van de geest — Rob Riemen
Een goede vriend van me kan onverwachts filosofisch uit de hoek kan komen. Soms zegt hij bijvoorbeeld ‘de’ in plaats van ‘het’ idee. Hij raadde me ooit enthousiast Think and Grow Rich van Napoleon Hill aan, een boek uit het Interbellum over succesvol ondernemen, met de boodschap dat geld investeren verstandiger is dan geld uitgeven. In het licht van onze gezamenlijke studieschuld is deze leestip ironisch te noemen. Later bekende hij het nooit gelezen te hebben.
Toen mijn goede vriend zich eens scherp uitliet over de staat van het onderwijs dacht ik: De adel van de geest van Nexus Instituut-oprichter Rob Riemen zal hem bevallen, dus ik leen het aan hem uit. Lange tijd zag ik het met traag voortschrijdende boekenlegger in zijn tas zitten, bijvoorbeeld als hij er bier uithaalde en in mijn koelkast zette. Dat deed me deugd, al zag ik het boek slijten als de spijkerbroek van een stratenmaker.
Als ik nu bij hem over de vloer kom en het bruine boekje onderin zijn witte Expedit-kast zie staan besef ik dat het zijn laatste rustplaats gevonden heeft, als een meubelstuk dat zo vaak verhuisd is dat het een volgende keer niet zal overleven. Ik accepteer het.
De speler — Dostojevski
Drie jaar terug kocht ik De speler van Dostojevski voor 6 euro op het Boekenfestijn. Een collega had me tijdens een after verteld dat het haar favoriete boek was. Hoe ik die nacht thuiskwam weet ik niet, maar de titel van het boekje was blijven hangen.
Het is een relatief dunne Dostojevski, wat snel het geval is. Als je graag iets van oom Fjodor wil lezen is dit een goede kennismaking. Tweeënhalf jaar geleden leende ik het uit aan een vriendin van mijn vriendin, die ik die avond voor het eerst ontmoet had. Ik was moe, zij stond te dansen op een stoel want mijn vriendin was jarig. Toen ze wegging vroeg ze of ze het mocht lenen en ik stemde in.
Drie maanden terug herinnerde ik me dat ik het had uitgeleend en voelde ik me daar een beetje rot over, terwijl ik geen tekort aan boeken heb. Ik denk dat ik toch gewoon best wel gierig ben als het op boeken aankomt. Ik stuurde haar het volgende bericht: “Lang niet gezien! Alles goed met jou en je glansrijke toneelcarrière? Hé ik was laatst op zoek naar een boek, De speler van Dostojevski, en ik denk dat ik het ooit heb uitgeleend, en heel misschien was dat aan jou. Klopt dat?”
Wat een lul hè, vooral die “Hé” waarmee ik probeer nonchalant om te schakelen van sociaal naar zakelijk. Nu heeft het boek de status ‘wordt teruggebracht’, maar het komt er steeds niet van. Het is oké, zij is een lieve schat en ik heb nog genoeg ongelezen boeken van Dostojevski. Ik accepteer het.
Het lijden van de jonge Werther — Goethe
Hou je van boeken en ga je binnenkort samenwonen? Maak dan alvast afspraken over het uitlenen van andermans boeken. Mijn vriendin leende mijn exemplaar van Het lijden van de jonge Werther uit aan een kennis of een collega, in elk geval iemand die ik nooit ontmoet heb en die in het buitenland woont. Ik heb de hoop laten varen het ooit terug te zien.
Er is een grens aan het aantal keren dat je je vriendin kunt vragen een uitgeleend boek terug te vragen. Beter koop je direct een nieuw exemplaar als dit zich voordoet. In het voordeel van mijn vriendin moet ik vermelden dat het het enige boek van mij is dat ze ooit heeft uitgeleend en dat ze het goed bedoelt.
De meeste boeken die ik uitleende heb ik overigens gewoon keurig vergeten terug te vragen. Sommige heb ik teruggekregen, waarvoor dank. Van andere ben ik het bestaan vergeten. Enkele heb ik teruggevraagd. Ooit leende ik Fight Club uit aan een meisje dat ik daarna een soort van gedumpt heb door niets meer van me te laten horen, tot ik erachter kwam dat ze dat boek nog had. Ik vroeg haar of ze het door de bus wilde gooien, wat ze deed. Bedankt daarvoor, en sorry nog. Op soortgelijke manier ben ik een jaar of zeven geleden The Art of Innovation kwijtgeraakt.
Mocht je je in bovenstaande anekdotes herkennen: het is niet mijn intentie om je te beschuldigen, maar slechts om mijn eigen bezitsdrang aan te kaarten en er afstand van te nemen. Ik heb genoeg boeken en het is goed om je spullen te delen. Uitlenen versterkt vriendschap en verspreidt liefde voor boeken, wat goed is. Ook een boek is maar aards bezit, en daar moet je niet te veel aan hechten. Een boek uitgeleend is een boek weggegeven, maar ook een vriend gewonnen. Kortom: kom eens een boek bij me lenen.
Misschien las je dit en denk je nu: Henk, je schrijft dit wel maar je hebt zelf een boek van mij geleend en nooit teruggegeven. Dat kan kloppen. Daarover later meer.
Geschreven voor De Gebroken Rug