in Taal

Earthfulness is een soort mindfulness, maar dan omgekeerd: niet naar binnen, maar naar buiten

Vorige week zondag, een item bij Vroege vogels over ‘earthfulness’. De directeur en medeoprichter van de gelijknamige stichting zei: ‘We zitten te veel in ons hoofd en te weinig voelen we ons onderdeel van de natuur en alles om ons heen.’ Meer earthfulness is nodig: ‘de bewuste beleving van verbondenheid met natuur in het dagelijkse leven’.

Een zelfstandig naamwoord, klinkt als mindfulness, maar ‘mindfulness is meer naar binnen gekeerd en gericht op jezelf’, aldus de directeur. ‘Bij earthfulness is het idee dat je naar buiten gaat en je ontspannen voelt in verbinding met de natuur.’

Van Dale definieert mindfulness als een ‘vorm van me­di­ta­tie waar­bij je stil­staat bij za­ken die je nor­maal niet op­merkt, be­doeld om sto­ren­de ge­dach­ten de baas te wor­den’. Wikipedia omschrijft het als ‘bewust aandacht geven aan het huidige moment, zonder hierover te oordelen’. Het komt uit de psychologie. Beide bronnen noemen het synoniem ‘achtzaamheid’. Kun je earthfulness ook omschrijven als ‘achtzaamheid van de natuur’? In plaats van ‘storende gedachten’ is sprake van storende apparaten met een scherm en een internetverbinding.

Meer earthful (earthfuller?) zijn, het is te leren. Een laagdrempelige oefening is het eten van fruit, en bedenken waar dat vandaan komt (uit een boom, niet uit de supermarkt). Een andere oefening is op blote voeten over gras of door mos lopen.

De stichting schrijft Earthfulness, met een hoofdletter, maar dat gaat me te ver, het is geen naam, tenzij de stichting wordt bedoeld in plaats van het fenomeen. ‘Onderzoek heeft aangetoond dat je verbonden voelen met de natuur je welzijn verhoogt’, aldus de website earthfulness.nl. En: ‘Een sterkere verbondenheid met natuur gaat hand in hand met een grotere betrokkenheid en actiebereidheid om natuur te beschermen.’

Dus hup, scherm weg, schoenen uit en naar buiten.

Geschreven voor de Volkskrant