Economische groei zorgt voor innovatie, werkgelegenheid en welvaart. Dat klinkt geweldig, en het is zeker fijn om nuttig werk te doen en nieuwe dingen te ontdekken. Maar op een planeet met beperkte bronnen en beperkte ruimte voor afval, kan de mensheid niet alsmaar meer spullen blijven produceren en consumeren. Het houdt een keer op.
Om de mensen aan het consumeren te houden worden er door reclames steeds nieuwe behoeften gecreëerd naar spullen die we eigenlijk niet nodig hebben. Al die onzinnige economische activiteit, die in de eerste plaats op winst gericht is, legt enorme druk op het milieu. Klimaatverandering laat zien dat we al ver over onze planetaire grenzen heen zijn gegaan.
Economische groei wordt nog vaak als iets positiefs gezien, ook door economen. Een groter bnp zou vooruitgang betekenen, hiep hoi. De hoofdeconoom van het CBS is in de media bijna altijd positief over economische groei. Het terrein van het klimaat wordt in dat verhaal zelden meegenomen, let maar eens op als je economisch nieuws leest.
Al minimaal sinds 1972 is er kritiek op dit beeld van economische groei. In dat jaar kwamen onderzoekers van MIT in opdracht van denktank ‘de Club van Rome’ met een rapport over de relatie tussen economie en ecologie. Hun conclusie: als de economie blijft groeien is de planeet binnen honderd jaar uitgeput. In 2014 werd dit schrikbeeld door nieuw onderzoek bevestigd.
Het lijkt een goed idee om de economie te laten ‘ontgroeien’. Maar niet iedereen gelooft in die aanpak. De techno-optimisten geloven dat nieuwe uitvindingen de wereld voor de ondergang zullen behoeden. Bijvoorbeeld een stofje dat we in de atmosfeer spuiten om het klimaat te reguleren, zoals in de geweldige scifi-film Snowpiercer.
De nieuwe film Downsizing van schrijver en regisseur Alexander Payne biedt een andere oplossing: ontgroei combineren met techno-optimisme. Een Noorse wetenschapper heeft een wondermiddel ontdekt om organismen mee te krimpen. De nieuwe mens past onder een theeglas en kan drummen met lucifers. Tien jaar later heeft drie procent van de wereldbevolking zich laten verkleinen. Idealisme speelt bijna geen rol, althans niet bij Amerikanen: die laten zich krimpen omdat hun geld dan meer waard is. Eindelijk kunnen ze voor een habbekrats in een villa wonen en met juwelen om in bad champagne nippen. Het kapitalisme dendert voort, al zijn er in de kleinemensensteden wel deelauto’s.
Opmerkelijk: de wetenschappers in Downsizing claimen dat overpopulatie het grootste probleem is. Alsof het om het aantal mensen gaat, en niet om hun leefwijze. Dat vond ik raar, want er is wereldwijd bijvoorbeeld meer dan genoeg voedsel, het wordt alleen niet goed verdeeld. Ook kunnen we proberen minder afval te maken. Waarschijnlijk dachten de makers dat overbevolking makkelijker te bevatten is door filmkijkers dan ‘kapitalisme’ of ‘ongelijkheid’. Ook markant: het wondermiddel komt uit Noorwegen en de Noren bouwen een soort ondergrondse ark van Noach, alsof ze daar meer bezig zijn met klimaatverandering (wat ook zo blijkt te zijn).
De Amerikaanse middenklassers Paul Safranek (Matt Damon) en zijn vrouw Audrey (Kristen Wiig) laten zich ook krimpen. Paul werkt als ergonoom in een vleesfabriek (maar geen kritische noot over vleesconsumptie in deze film), zijn vrouw droomt van een groot huis met een mooie keuken. Paul laat zich verkleinen en verhuist naar een kleine-mensen-stad. Zijn vrouw krabbelt echter terug, ze scheiden, en Paul verruilt zijn mini-villa voor een nog kleiner appartement. Niet veel later ontmoet hij zijn bovenbuurman Dusan Mirkovic, een playboy en smokkelaar (geinig gespeeld door Christopher Waltz). Op Dusans huisfeest neemt Paul een pil, danst met mooie vrouwen en voelt zich senang. Na deze kennismaking met ‘Europeanen’ neemt zijn leven een nieuwe wending.
Acteur Matt Damon staat bekend om zijn inzet voor goede doelen. Hij stichtte de H2O Africa Foundation en het Not On Our Watch-project, en zet zich in voor de ONE-campagne tegen armoede. Zijn moeder was hoogleraar en activist, en als kind woonde hij in een soort woongroep, waarschijnlijk is hij daarom linkser dan andere Amerikanen. Hij deed de voice-over voor de crisisdocumentaire Inside Job uit 2010, en ook voor het recente Backpack Full of Cash (2016), een pleidooi tegen de privatisering van het Amerikaanse onderwijs. Al met al lijkt hij een optimist met het hart op de juiste plek.
Downsizing is echter behoorlijk pessimistisch en cynisch. We zijn al over het kritieke punt heen, zegt de Noorse professor. Die 3 procent van de mensheid die ‘ontgroeit’ kan het tij niet keren. Een groepje Noren heeft een bunker gebouwd om de ijstijd te doorstaan, Paul en zijn nieuwe Vietnamese vriendin Ngoc Lan Tran (Hong Chau) reizen met Dusan mee naar Noorwegen om flessen wodka af te leveren voor het ‘eindfeest’. Paul wil eigenlijk wel mee de bunker in, om ook eens iets goeds te doen voor de mensheid. Uiteindelijk kiest hij toch voor zijn vriendinnetje, en ontdekt hij dat hij van binnen toch altijd al een goed mens is geweest.
Een cynisch einde: de gemiddelde witte man (want dat is Paul, een gemiddeld wit manmens) verkiest liefde op een stervende planeet boven de onzekere strijd voor een betere toekomst, en dat is oké, want van binnen is hij gewoon een goed mens. “En in die bunker slaan ze elkaar eerder de schedel in dan dat de wereld vergaat,” aldus Dusan.
Ondanks dit cynisme en de simplistische weergave van economische en ecologische problemen waar onze planeet mee kampt, is Downsizing een vermakelijke film. Het idee van een ontgroei is fantasierijk uitgewerkt, met krimpklinieken en kleinemensensteden – waarin ongelijkheid en armoede overigens nog steeds schrijnend aanwezig zijn. De miniatuurwereld is prachtig vormgegeven, het spel is goed en er zit humor in de film; wel jammer van de clichés over liefde en Europeanen. Hopelijk brengt de film de klimaatcrisis onder de aandacht bij een groot cola-drinkend en popcorn-etend publiek.
Geschreven voor VICE Money, zie hier.