in Geld

De vormgever van de guldenbiljetten

guldenbriefjeIk was een jaar of tien en logeerde af en toe bij mijn inmiddels overleden oom en tante. Mijn oom had een bedrijf dat met frietwagens en hamburgerkramen bij evenementen als de trekkertrek en jaarmarkten stond, en hij verhuurde ook een zaaltje. In zijn borstzakje had hij altijd een halve kilo briefgeld, dat ooit tijdens het pissen in de plee is gevallen, aldus mijn moeder. Aan een lange gang in zijn grote huis, waar ik met een plastic golfclub een balletje over zijn herdershond heen probeerde te slaan, zat zijn kantoor. 

Op een dag sloeg ik het golfballetje per ongeluk zijn kantoor in. Het kantoor was leeg, en het balletje belandde voor de brandkast. Die kast stond open, en toen ik het balletje opraapte zag ik honderden pakjes sigaretten, shag en aanstekers, want hij hield van roken. Ook lagen er veel bankbiljetten, waaronder dat van tweehonderdvijftig. Ik had zo’n briefje nog nooit gezien en heb er lang naar staan kijken: die prachtige paarse vuurtoren had een hypnotiserende aantrekkingskracht op me, Freud had er waarschijnlijk iets homoseksueels in gezien. Tot zover deze anekdote, het geheugen is als een regenton.

Er zijn mensen die de euro een vergissing noemen, en liever vandaag nog de gulden opnieuw willen invoeren. Vaak zijn dat prototypische fascisten die ook de EU willen opdoeken en de koran willen verbieden. Toch kunnen we over de euro één ding met zekerheid zeggen: de biljetten zijn kleurloos, zielloos, en een gemiste kans om een Europees symbool in te voeren waar iedereen trots op kan zijn.

 

Hoe mooi was de gulden? Heel mooi. Buitenlanders dachten vaak dat Nederlands geld monopolygeld was, vertelde grafisch ontwerper Gert Dumbar aan de NOS, want nergens anders hadden ze papiergeld zoals in Nederland. Dinsdag 13 juni overleed op 87-jarige leeftijd de ontwerper van die guldenbiljetten, Ootje Oxenaar. Hij studeerde ooit beeldende kunst aan de Koninklijke Academie in Den Haag, en was van 1966 tot 1985 hoofdontwerper van de Nederlandse Bank, waar hij twee prachtige series guldenbiljetten ontwierp.

De eerste serie heette de “erflaters”, en bestond uit briefjes van vijf, tien, vijfentwintig, honderd en duizend gulden, respectievelijk in de kleuren groen, blauw, rood, bruin en weer groen. Groen was duidelijk een favoriete kleur van Ootje. Op elk briefje stond een witte man uit de vaderlandsche geschiedenis afgebeeld, zoals Vondel en Spinoza.

Later kwam Ootje Oxenaar met een heuse revolutie in de wereld van briefgeld: geld zonder witte mannen erop, maar met iets veel mooiers. Op het gele vijftigje stond een zonnebloem, op het bruine honderdje een watervogel met lange snavel (de snip), en op een paars briefje van tweehonderdvijftig gulden prijkte een vuurtoren.

Oxenaar was niet te bescheiden voor een personal touch op de briefjes. Op het briefje van tien en dat van duizend zette hij zijn eigen vingerafdruk, en op dat van tweehonderdvijftig zette hij de namen van twee vriendinnen en die van zijn kleindochter. De Nederlandse Bank was daar niet blij mee, maar volgens Oxenaar was het een prima manier om vervalsing tegen te gaan.

 

Om Ootje Oxenaar te herdenken en te eren hebben we de krochten van YouTube uitgemolken om de allermooiste bewegende beelden van guldenbriefjes en van de ontwerper zelf voor je te vinden, sommigen net zo hypnotiserend als dat briefje van tweehonderdvijftig dat ik vroeger zag.

De Twin Peaks onder de gelddocumentaires
De jaren tachtig brachten ons niet alleen commerciële televisie, de cd en het hiv-virus, maar ook deze half uur durende documentaire over guldenbiljetten. Hij kan ook uit de jaren zeventig of negentig komen, we weten het niet. Wat we wel weten is dat de omineuze geluidseffecten een Twin Peaks-achtige kwaliteit hebben, en dat de wijze waarop de briefjes van Ootje Oxenaar gemaakt werden, van de tekentafel tot de geldpers, heerlijk in beeld is gebracht.

 

 

Elvira, Kees, Willem, en de briefjes van vijf
Vroeger keken mensen nog massaal tv, bijvoorbeeld naar live spelshows met prachtige prijzen, zoals geld. Televisie is een uitvergroting van het echte leven, en waar echte mensen vaak een beetje gierig zijn, zijn ze op tv inhalige monsters. Op 2 februari 1985 werd vanuit Drachten live de Sterrenshow uitgezonden. Friezen zijn nuchtere mensen die op het juiste moment verstandige keuzes maken, zou je zeggen. Zo niet Elvira en Kees. Vader en dochter hadden eigenlijk al vijftienduizend gulden en een auto gewonnen, maar wilden meer. Voor de hoofdprijs van vijftigduizend gulden moesten ze binnen twee minuten een briefje van honderd inwisselen voor exact twintig vijfjes.

“Niemand mag jullie gewoon wat geven,” zei presentator Willem Ruis nog een keer of honderd, “want dan is het spel klaar.” Toch tastten de Drachtenaren massaal in de buidel om Elvira en Kees vijfjes toe te steken, waardoor Willem heel vaak “DAT KAN NIET!!” moest schreeuwen, en mensen uitschold met gruwelijke termen als “stommeling”. Elvira en Kees wonnen geen vijftigduizend, maar wel een wasmachine, een droger, een paar sokken en negentig gulden.

 

 

Michiel de Ruyter had een dikke kop
Althans, als we Ootje Oxenaars oude briefje van honderd mogen geloven. Een jaar geleden konden mensen voor het allerlaatst hun oude honderdguldenbriefjes inleveren, in ruil voor precies 45,38 euro. Mensen kwamen massaal naar de Nederlandse Bank in Amsterdam om coupures in te wisselen, en de Telegraaf maakte daar dit geinige item over.

Dat je na het overlijden van een oudoom wat verstopte tientjes kunt vinden snap ik, maar mensen die bij het opruimen van hun eigen huis zogenaamd enkele duizenden guldens vinden vertrouw ik niet. Waarschijnlijk hebben ze ooit een drugshandeltje gerund, of iets anders waarmee je klauwen zwart geld verdiend. Heb je trouwens nog nieuwere guldenbriefjes dan die met Michiel de Ruyter erop, dan kun je ze nog inleveren tot 2032.

 

 

Ootje Oxenaar vond zijn eigen ontwerpen “heel leuk”
Op 27 maart 1996, met het oog op de invoering van die totaal saaie eurobriefjes, kwam de AVRO met dit portret van de grootste geldontwerper aller tijden. Niet alleen draagt Oxenaar een fraaie das, ook doet hij ontluisterende onthullingen, zoals dat hij voor nieuwe briefjes vaak inspiratie putte uit zijn eigen dagboeken.

 

 

Zijn eigen biljetten noemde Ootje Oxenaar “hele leuke biljetten”, bij die van andere landen vroeg hij zich terecht af of ze daar überhaupt ooit van design hebben gehoord. Ootje maakte de allermooiste. Ik zal ze nooit vergeten.