In het grasrijke Berenland spelen Jochem Stavenuiter en Paul van der Laan Bambie begrijpt het, over de westerse mens en zijn relatie tot ‘de natuur’. Nu het klimaatprobleem weer enorm voelbaar is – in Frankrijk en Spanje stijgt het kwik de komende dagen boven de 40 graden, en die hitte zal gestaag naar het noorden trekken – hebben we behoefte aan mensen die het begrijpen. Maar wat begrijpt Bambie precies? En hoe draagt absurdistisch mimetheater bij aan het vinden van duurzame oplossingen? We vroegen het aan artistiek leider en speler Jochem Stavenuiter.
Hallo Jochem. Na afloop van jullie voorstelling kan het publiek een T-shirt kopen met daarop jullie logo en de tekst ‘Het is altijd goed om je onmogelijke dingen voor te nemen!’ Waarom is dat goed?
Wij maken al onze voorstellingen zelf. Nu met twee spelers, en als we met drie zijn, wordt het door drie mensen gemaakt en bedacht. Tijdens het maken van een van onze vorige voorstellingen hing een van de spelers een zeiltje op, midden in de repetitieruimte. Toen fantaseerden we erover hoe het zou zijn als de hele repetitieruimte door de wind zou worden weggevoerd, doordat dat ene zeiltje was opgehangen. Dat was natuurlijk onmogelijk, maar het is toch goed je zoiets voor te stellen. Uiteindelijk hebben we het decor zo ontworpen dat door dat ene zeiltje het hele decor uit elkaar breekt.
En valt dat te extrapoleren naar het niveau van de politiek?
Ja, dat weet ik niet. Voor ons gaat het vooral over verwarring en complexiteit. Toen we het over deze voorstelling hadden, was een van de eerste dingen die Paul zei: ‘Het moet gaan over de verwarrende tijd waarin wij leven.’ Waarop mijn antwoord was: tien jaar geleden was het ook verwarrend. Er is veel aan de hand, maar dat speelde tien jaar geleden ook al. Dat is letterlijk wat we zeggen in het begin van de voorstelling, door middel van de scène met die hond en z’n baas. Die staat voor de mens als hoeder van de wereld, en het dier wat niet kan overzien. We proberen beelden te maken die een veelheid aan interpretaties kunnen opleveren, maar ik zie het niet als politiek. Het is ook niet zo dat wij aan het publiek moeten vertellen hoe de wereld in elkaar zit.
Hoe zorg je ervoor dat een voorstelling niet belerend is?
Ik zorg daar niet voor. Ik ben daar gewoon niet mee bezig. Ik ben bezig met vragen stellen, met mensen zelf hun eigen gedachten te laten formuleren en ze uit te nodigen met ons mee te gaan in het bekijken van de wereld.
Bambie begrijpt het, heet de voorstelling. Wat begrijpen jullie precies?
Nou, niet zoveel! Tenminste, ik begrijp de hond [gespeeld door Paul, red.] die boos is dat hij de wereld niet begrijpt en het met heel veel dingen niet eens is. En later in de voorstelling word ik de hond, die over de natuur spreekt. We wisselen die rolverdeling hier en daar, maar we pretenderen geenszins iets te begrijpen. Juist het tegenovergestelde.
Er zit veel humor in de voorstelling, terwijl het toch ook een ernstig thema is. Wat is het belang van humor als we tot een oplossing willen komen?
Het belang van humor is dat je mensen dichterbij haalt. Door middel van de humor kunnen we dingen vertellen die we werkelijk willen vertellen. Als we die zonder humor zouden vertellen, dan slaat het sneller dicht. Het is ook letterlijk een beweging: als mensen lachen, komen ze naar voren, en kun je ze beter raken.
Is er niet het gevaar dat de humor mensen minder serieus maakt?
Nou, dat hoop ik niet en dat is geenszins onze bedoeling. Maar het is ook niet onze bedoeling om te zeggen wat de mensen moeten gaan doen. Het is meer aan ons om ze te laten nadenken en ze beelden te geven om daar zelf iets mee te doen.
Ben je optimistisch over de toekomst?
Nou, ik ben een rasoptimist, maar ik ben niet optimistisch over de toekomst van de mens en de planeet. Ik heb eens een documentaire gezien over een mierenkolonie die zich immer uitbreidt, tot die tegen een natuurlijke barrière stuit. In deze documentaire was dat een andere mierenkolonie en kwam er een oorlog. Uiteindelijk nam de ene groep de andere over. In mijn donkerste gedachten zie ik de mens als zo’n mierenkolonie.
We zeggen wel dat we kunnen consuminderen, maar kunnen we dat werkelijk? De bioloog Edward O. Wilson beschreef de mens als de enige soort die bewust kan minderen, omdat wij overzicht hebben. Maar het ziet er niet naar uit dat we dat werkelijk kunnen.
Dat is een treurige conclusie.
Ja, maar goed. We zijn hier nog maar 55 duizend jaar, om en nabij. Maar ik ben anderzijds ook heel hoopvol hoor. Ik heb een prachtige dochter en ik leef en we doen dingen en als mensheid zijn we natuurlijk ook in staat prachtige dingen te maken. Ik vind het moeilijk om dat in woorden om te zetten, omdat het allemaal erg tegenstrijdig is. Er is veel verwarring en wij proberen die verwarring een plek te geven in onze voorstelling.
Geschreven voor de Oerol-krant, zie hier. Foto Bart Grietens.