De voorstelling Ik zeg toch sorry, over de afschaffing van de slavernij en de doorwerking ervan in onze huidige samenleving, stelt onze onderlinge verhoudingen – zwart/wit, rijk/arm, geschiedenis/actualiteit – op briljante wijze ter discussie.
De tijd dat Nederlandse ondernemers slaven gebruikten als arbeidskrachten op hun plantages ligt inmiddels ver achter ons. In 1863 werd officieel een punt gezet achter dit onmenselijke systeem. Toch werkt deze misdaad tegen de menselijkheid nog door in ons heden: witte mannen zijn nog steeds de kapitaalkrachtigste groep, er bestaat nog veel racisme, en ook mensenhandel en slavernij zijn nog aan de orde van de dag. Zou het helpen als de koning excuses zou maken, of is er meer nodig?
Die vraag wordt opgeworpen door Ik zeg toch sorry van Aluin en Raymi Sambo Maakt bij de Swartdune in West-Terschelling. Op een grazige vlakte aan de bosrand, op een zwart-wit geblokte vloer, spelen zes acteurs in koloniale snit (smetteloos wit) de afschaffing van de slavernij in 1963 na. Aan het woord komen voormalig slaven (tot slaaf gemaakten), slavenhouders, een hoogleraar en een missionaris, met Raymi Sambo als rigoureuze spreekstalmeester. Hedendaagse dialogen worden afgewisseld met historische scènes. De voorstelling bevat muziek, humor, ernst, veel leed en keiharde geschiedenis.
Ook de liberale staatsman Thorbecke maakt zijn opwachting. “Slaven zijn zeer goedkope arbeidskrachten,” legt de voormalig minister-president uit. “Zie het ook eens door de ogen van de economie. De financiële gezondheid van bedrijven is van belang voor het algemeen welzijn.” Een typisch standpunt voor een ideoloog van het kapitalisme: de winst van aandeelhouders prevaleert over het belang van arbeiders. Tot slaaf gemaakten werden gezien als het bezit van de plantagehouders, en het liberalisme heeft de bescherming van privébezit als een van haar speerpunten. Vandaar dat veel liberalen, die zogenaamd voor vrijheid waren, in 1863 twijfels hadden bij de afschaffing van de slavernij.
De hedendaagse liberaal weet dat gelukkige slaven goedkopere arbeidskrachten zijn dan ongelukkige, en dat het afranselen van medewerkers minder effectief is dan prettige arbeidsomstandigheden. De loonslaaf van vandaag, mits in het bezit van een contract en geen ‘zelfstandig ondernemer’, heeft een CAO waarin zaken als arbeidsduur, beloningsschalen en pensioenregelingen zijn vastgelegd, en er is vrije tijd waarin een persoonlijk leven kan worden vormgegeven en het loon kan worden uitgegeven aan consumptiemiddelen. Een wereld van verschil met de slavernij, maar in de winst van hun arbeid delen werknemers nog zelden mee, en de lonen moeten laag blijven, want bij financiële onafhankelijkheid gaan mensen waarschijnlijk iets anders doen met hun tijd.
Hoe gaan we om met ons gedeeld verleden en hoe bouwen we aan een betere toekomst? Ruzie tussen witte en zwarte mensen zet geen zoden aan de dijk, en de maatschappelijke discussie over het slavernijverleden is een moeizame, al is er goede wil, laat Ik zeg toch sorry zien. Dat er tweemaal daags een groot, vooral wit publiek bij deze voorstelling is, laat de bereidwilligheid zien hierover na te denken, al tonen de toneelspelers ook de volgzaamheid van het publiek door ze het volkslied te laten zingen. Natuurlijk, we zijn allemaal Nederlanders en het is mooi als we op inclusieve wijze de rituelen van het nationalisme kunnen beleven, maar is het nationalisme op zich niet een onderdeel van het probleem en een nogal simpel en beperkt verhaal over wie we zijn en wat ons bindt?
De liberale staat is er in de eerste plaats voor de mensen met bezit, of dat nou eigenaren van plantages of aandeelhouders van multinationals zijn, laat deze voorstelling zien. En aan het hoofd van dat systeem staat het staatshoofd, in Nederland de koning.
“Koning Willem-Alexander toont empathie voor het leed dat het slavernijverleden heeft veroorzaakt, maar biedt voorlopig geen excuses aan,” staat op een van de informatieborden langs het bospad terug naar de fietsenstalling. Zijn die excuses nodig? Zouden die excuses voldoende zijn? Zouden de werkenden van vandaag niet zij aan zij moeten gaan staan met de nakomelingen van tot slaaf gemaakten om tot een rechtvaardigere samenleving te komen, door in opstand te komen tegen de bazen van het kapitaal?
Ik zeg toch sorry is een weergaloze historische voorstelling die aanzet tot het nadenken en praten over deze en andere belangrijke filosofische en politieke vraagstukken. In deze sombere tijden van uitputting van de planeet en uitbuiting van de mensheid is dat van groot belang. Verenigt u daarom en fiets als de wiedeweerga naar de Swartdune, het enige dat je te verliezen hebt is je ketenen.
Geschreven voor de Oerol-krant, zie hier. Foto Nichon Glerum.