‘Tot mijn grote verbazing zag ik in de zaterdageditie van 10 februari verkeerd woordgebruik op de voorpagina’, schreef F. Visser op 15 februari. ‘Dit ben ik niet van de Volkskrant gewend.’ Het betrof de kop ‘Meisjes komen steeds vroeger in de puberteit’. Het woord ‘vroeger’ zou hier onjuist zijn, aldus Visser. ‘Vroeger wordt gebruikt om iets uit het verleden aan te duiden. Met de inhoud van het artikel in het achterhoofd wordt hier waarschijnlijk ‘eerder’ bedoeld.’
Visser heeft gelijk dat hier ‘eerder’ wordt bedoeld en dat je met ‘vroeger’ ook naar iets uit het verleden kunt verwijzen, maar gaat voorbij aan het feit dat ‘vroeger’ ook synoniem is aan ‘eerder’. Zo staat het ook in het woordenboek. Van verkeerd woordgebruik is hier dus geen sprake.
‘Geachte redactie’, schreef L. Zunnebeld drie dagen eerder. ‘Volgens mij is cabaretfestival één woord, net als huizenmarkt en vrachtauto. Het is één begrip. Ik weet dat bij dit soort woorden veel fouten gemaakt worden, maar hoop dat het niet meer zo nadrukkelijk fout op de V-voorpagina komt als nu op die van de V van 12 februari.’ Daarop stond links onderaan de ankeiler: ‘Leids Cabaret Festival is terug’.
Zunnebeld heeft gelijk dat cabaretfestival één woord is, want samenstellingen schrijven we in het Nederlands aan elkaar. Maar vele organisaties voeren tegenwoordig, onder invloed van het Engels, een kruistocht tegen deze regel, door hun namen te larderen met onjuiste spaties. Zoals Radboud Docenten Academie, Diabetes Fonds of Batavialand Ontwikkel Stichting. In onze berichten schrijven we namen van organisaties of evenementen doorgaans zoals ze die zelf hanteren, inclusief spaties. Leestekens (NOS*NSF, Linda.) en vreemde of overmatige hoofdletters (dEUS, ArenA) nemen we dan weer niet over.
M. Kampschuur zag op 14 februari ‘een dikke taalfout’ in een citaat bovenaan de voorpagina: ‘Westerlingen kijken vaak neer op de migrantenkeuken, eten dat ze alleen bestellen omdat het, door de pittigheid, liters bier rechtvaardigd’. Die fout was helaas net te laat hersteld, waardoor op de eerste honderden kranten die uit de drukpers rolden een d stond waar een t moest staan.
Op diezelfde plaats meende T. Luijendijk op 2 februari ook een grove fout te zien staan. Hij schrijft: ‘Dat het merendeel van de Nederlandse bevolking het onderscheid niet meer kent tussen het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord, is een gegeven. Van de redactie verwacht ik echter, dat het foutieve gebruik ervan wordt gecorrigeerd.’
Het betrof de volgende passage: ‘Alsjeblieft: laat kinderen die dat willen burgerlijk ongehoorzaam demonstreren. Wij, volwassenen, zijn het hun verschuldigd’. ‘Hun’ is in deze zin echter correct, als meewerkend voorwerp – en dus niet als bezittelijk voornaamwoord. ‘Aan hen’, dat had ook gekund.
Geschreven voor de Volkskrant