Het sop dat wij kozen was ruim, afgelopen donderdagavond. Samen met Lab-deelnemer Elten Kiene zetten drie dagkrantredacteuren voet aan het SAR-schip Arie Visser van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). SAR staat normaliter voor ‘Search And Rescue’, maar stond nu even voor ‘Spokenword Artist Recording’. Voor de draaiende camera van videograaf Jonathan droeg Kiene een tekst voor, terwijl het zoute water hem om de oren spatte.
“Ik zou eigenlijk een voorstelling maken, niet echt een solo maar wel mijn eigen voorstelling”, vertelt Kiene. Hij treedt al jaren op, maar nog niet eerder in een zelfgemaakte voorstelling. “Die voorstelling werd gecanceld, maar Farnoosh [Farnia, programmeur, red.] vroeg me om toch te komen en deel te nemen aan het Lab, om hier te zijn, samen met andere kunstenaars ervaringen uit te wisselen en dingen te maken. Dat hoeft niet per se iets te zijn meteen, maar wel in de hoop dat het wel iets kan worden voor Oerol in de toekomst.”
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Amber Docters van Leeuwen, die zich, zoals te lezen was in de krant van gisteren, afvraagt wat het verschil is tussen Bach en een schaap, is Elten Kiene niet met een afgebakende onderzoeksvraag naar het Oerol Lab gekomen. Hij gebruikt zijn tijd op het eiland als een periode van bezinning. “Ik ben hier om even te disconnecten, om meer ruimte te maken in mijn hoofd. Ik ben iemand die heel veel online is, net als de rest van de wereld. Nu ik hier ben wil ik optimaal creëren en aanwezig zijn, dus moest ik even loskoppelen. Het is ook een soort onderzoek: wat gaat het me brengen? I don’t know maar aan het eind van deze week kunnen we de balans opmaken.”
In plaats van een man met een smartphone is Elten Kiene nu een man met een papieren opschrijfboekje, een uitvouwbare kaart van het eiland en een analoge camera. Aangekomen bij de cabrio van videograaf Jonathan, waarmee we naar boot van de KNRM rijden, zegt hij “Deze is wel kicken man! Dit is wel een mooi polaroidmomentje, of niet? Kan iemand mij even op de foto zetten?” Jouw dagkrantredacteur knielde neer om Elten in portretformaat bij de Peugeot 306 Roland Garros op de foto te zetten. Het resultaat laat nog enkele weken op zich wachten, want het rolletje is nog lang niet vol en moet ook nog werden ontwikkeld.
Het is Kienes tweede keer Oerol. In 2018 trad hij op bij Babs Woordsalon en werd hij geïnterviewd in de talkshow van Jennifer Muntslag. “Ik heb toen niet veel van het festival meegekregen. Nu voelt het wel alsof ik veel meer van het eiland te zien krijg. Ik kom op veel andere plekken, het weer is veel beter, het is echt een traktatie.”
Waarom we met de KNRM de Waddenzee opgaan? “Die voorstelling die ik zou maken, heet Ik ben nog nooit op dit punt geweest. Het gaat over het Pippi Langkous-idee, van ‘ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk wel dat ik het kan’. Ik wil telkens op nieuwe plekken belanden, nieuwe uitdagingen aangaan. Ik zou eigenlijk op het hoogste punt van het eiland performen, bij de Seinpaalduin. De voorstelling zou gaan over mijn afgelopen vijftien jaar als artiest en hoe ik ben begonnen als schrijver. Vanuit ongemak, verlegen en onzeker en te veel bezig met wat de wereld van mij vindt, via experimenteren, rappen en workshops geven naar nu: weten wat ik waard ben, meer zelfvertrouwen en ruimte durven innemen. Daar zou die voorstelling over gaan, over mijn persoonlijk verhaal. Oerol vond het een mooi idee om mij op een plek te plaatsen waar ik nog nooit ben geweest, dus vandaar dat we nu naar die boot gaan. Kicken toch?”
De vijftien deelnemers van het Lab delen in dagelijkse sessies ideeën en ervaringen uit, om middels kruisbestuiving tot nieuwe ideeën te komen. “Ik zie mezelf als een soort spons”, zegt Kiene. “Ik neem alles tot me en ik weet dat het uiteindelijk weer naar buiten komt in een tekst of in mijn nieuwe ideeën, waarbij het lijkt of het míjn ideeën zijn, maar het is ergens door iemand in me gestopt. Zo gaat het toch? Zoals het idee van ubuntu uitdrukt: ik ben omdat wij zijn.” De term ‘ubuntu’ vindt zijn oorsprong in de Bantoetalen van het zuidelijke deel van Afrika.
Opgewonden en een beetje angstig heisen drie dagkrantmedewerkers en één spoken word artist zich in rode zwemvesten en zetten voet op de Arie Visser van de KNRM. Acht reddingsbrigadiers met zonnebrillen, petten en koptelefoons met microfoon bemannen de uit de kluiten gewassen speedboot. Ruim een half uur vliegen we over de Waddenzee, accelererend tot een topsnelheid van boven de 32 knopen (meer dan 60 km/u). Het zilte nat kletst tegen de glazen onze zonnebrillen, die door de wind haast van onze neuzen geblazen worden. Het schriftje van Kiene vliegt net niet overboord, maar enkele losse blaadjes en zijn uitvouwbare kaart waaien de lucht in en zullen gisteren zijn aangespoeld op het strand bij de Noordsvaarder of elders.
Video door Jonathan Sipkema
“Verlicht”, zegt Kiene zich na afloop van het pleziertochtje te voelen. “Elke nieuwe ervaring brengt nieuwe energie met zich mee en daar kun je alleen maar dankbaar voor zijn. Dus ik voel me dankbaar. Ik vond het cool. Vooral dat we zo hard gingen. Het voelde als een soort hoovercraft-botsauto op het water, met die dikke stootbanden aan de zijkant. Echt lijp. Het was lekker weer, ik had het kouder verwacht op het water. En het eiland van zo’n afstand te zien, dat was mooi. Het is een prachtig eiland.”
Foto’s door mijzelf. Geschreven voor de Oerol-krant.