Het klinkt als de uitvinding van een dronken clown, maar het bestaat echt: een alcoholhoudende drank met vitamine C, ginseng en ijzer, voor extra energie. Bloedwijn. Is die vino een beetje te hakken? City Sounds-reporters JvT en de Boef namen de proef op de som. Dit is hun verhaal.
“Laten we ons een keer een avondje de tering in zuipen met bloedwijn,” stelt JvT aan de Boef voor, vasthoudend aan de gezamenlijke traditie om elk avontuur met een waardeloos idee te beginnen. “Okee, lijkt me nogal cool,” antwoordt de Boef, die nog geen slecht idee kan herkennen met een verrekijker, een kompas en een extra stel hersenen.
Nog brak van de avond ervoor laden de boys hun karretje als vampiers vol met Céréal Bloedwijn, tot grote verbazing van het personeel van de Plus op het Pieter Vreedeplein, dat de zilveren kogels en de knoflookkettingen alvast te voorschijn haalt. Nog nooit is die bocht verkocht en de flessen zijn dan ook bedekt met minimaal drie millimeter stof. Volgens de derde vuistregel van het alcoholisme ‘geen natje zonder een droogje’ nemen de boys ook wat varkenstongenworst, een mespuntje balkenbrij (slachtafval van varkens) en een zakje appelchips mee. Want misselijk, dat worden we toch, moeten ze gedacht hebben.
Een lege fles bloedwijn en een half plakje balkenbrij per persoon later slaat de bom al aardig in. De wijn is überzoet en geeft een licht knagende tinteling op de grens tussen tand en tandvlees. “Ik voel me een beetje tipsy,” omschrijft JvT zijn gemoedstoestand. “Watje,” boert de Boef in het Bargoens, waarbij een stukje varkenstong vanuit zijn slokdarm in zijn mond belandt. Redelijk verslagen liggen de bloedwijnboys op de bank, de balkenbrij op de grond, de tongenworst ergens tussen de kussens van de bank en de appelchips overal en nergens. Doordrinken lijkt de boys het beste idee (omdat de boys slechte ideeën altijd de beste ideeën vinden).
“Ik krijg wel een beetje een zweetlul van die bloedwijn, maar dat kan ook komen door het niet douchen en de seks van afgelopen nacht,” bekent JvT na anderhalve fles vino en met een hand in zijn broek, de ultieme bloedwijnpose. De Boef is verdacht stil, zijn lichaam vecht tegen de overdosis vitamine C en ijzer en zijn tanden hebben nu de kleur van wondkorst. “Ik voel me heerlijk,” liegt hij.
Na twee flessen de man begint de alcohol een beetje zijn werk te doen en heeft de sigarettenrook de rottende stank van de varkenstongenworst verdreven. “Dit doet me denken aan die keer dat ik in de dinges was… Uh… Die motherfucker… De Boogie,” viste JvT op uit zijn geheugen. “Met een vriend dronk ik tequila en ik moet altijd kotsen van die shit, ook al is het meestal mijn idee om die zooi te zuipen. Ducktape en ik drinken die shotjes op en mijn maag laat meteen weten dat de tequila niet welkom zijn. Ik kots de vloer vol, midden in de Boogie, en niemand ziet het. Niemand. Aaah, kotsen zonder represailles. Heerlijk.”
De Boef grijpt naar zijn maag en voelt twee stukjes varkenstongenworst elkaar een smerig kusje geven. Hij spoelt de grafsmaak in zijn mond weg met zijn laatste glas bloedwijn. “Ik ben helemaal klaar met die zooi,” voegt hij er aan toe. “We gaan de stad in”.
Met zwarte tanden vertrekken JvT en De Boef naar de Cul. Conclusie: bloedwijn is in grote hoeveelheden nogal smerig en wanneer je de combi van bloedwijn en varkensafvalvlees kunt binnenhouden, mag je jezelf een gevorderd alcoholist noemen. En een fokking idioot.
Dit stuk maakte ik met Jan van Tienen voor City Sounds Magazine