Maak muziek, geen oorlog, dat is de boodschap van de recent gerestaureerde film Les Uns et Les Autres van Claude Lelouch uit 1981. Ik zag de film voor het eerst toen ik in 2012 in Nijmegen mijn masterscriptie schreef. Ik studeerde geschiedenis, mijn opleiding ging specifiek over de representatie van het verleden, en ik had het zonderlinge plan opgevat om eens uit te zoeken hoe de filmische representatie van gaskamers sinds de Tweede Wereldoorlog was veranderd, en wat dat mogelijk betekende.
Mijn conclusie ben ik vergeten, maar ik weet nog wel dat die niet eenduidig was. De theorie dat je de tijdgeest kunt duiden door popcultuur te bekijken is een mooie, maar het duiden zelf is best lastig, ontdekte ik. Wel zullen een aantal films uit mijn onderzoek me lang heugen: bijvoorbeeld Shoah van Claude Lanzmann (1985), die ik van ’s ochtends tot ’s avonds aan een stuk door bekeek met twee vrienden die er speciaal voor naar Nijmegen waren gekomen.
Ook Les Uns et Les Autres maakte indruk op me. Het verhaal bestrijkt de Europese geschiedenis van 1936 tot halverwege de jaren tachtig en speelt zich vooral in Parijs af, maar ook in Rusland, Duitsland en de VS. De boodschap is ‘maak muziek, geen oorlog’, een aardige kerstgedachte. Na tal van conflicten, van persoonlijk tot mondiaal, mondt de film uit in een verzoenend benefietconcert onder de Eiffeltoren, waar Ravels Bolero wordt opgevoerd met zang en dans door Duitsers, Fransen, Amerikanen en Russen.
Op een regenachtige donderdagmiddag in november was ik de enige aanwezige bij de persvoorstelling in het EYE Collectiecentrum in Amsterdam-Noord. Medewerkers ter plaatse konden me niet vertellen waarom de film juist in deze grimmige tijd van verhoogde defensiebudgetten en nieuwe NAVO-bases opnieuw wordt uitgebracht. Achteraf mailde ik de vraag nog eens naar EYE, en kreeg als antwoord dat er “geen speciale reden” was. Op verzoek van de regisseur is de film gerestaureerd, net als zijn eerdere Un Homme et Une Femme. “Lelouch wil dat zijn films te zien blijven, zowel op dvd en blu-ray als op het grote doek.” EYE haalde de film naar Nederland omdat het “een geschikte film voor de komende kerstperiode” leek.
Ondanks de Rode Kruis-propaganda op het einde, schrijnend nu we weten dat het Rode Kruis niets deed voor Joden tijdens WOII, heb ik Les Uns et Les Autres opnieuw ervaren als een ontroerend muzikaal epos. Ik was natuurlijk de enige toeschouwer, dat was van invloed: alleen met het grote doek laat de mens zijn emoties makkelijker de vrije loop. Met name de gruwel van de jodenvervolging raakte me, teruggebracht tot menselijke proporties: een stelletje dat hun pasgeboren kind door een gat in de vloer van een goederenwagon op een treinspoor laat zakken en achterlaat. Maar ook het verbroederende effect van muziek en kunst resoneerde in mijn melancholische inborst. Bovendien dacht ik tijdens de film af en toe terug aan de sombere tijd waarin ik op mijn studentenkamer alle mogelijke gaskamerfilms bekeek op een computerscherm, eenzaam en strak van de cafeïne.
Drie uur lang bewoog ik zachtjes mee met het ritme van dit muzikale verhaal. Ik tikte met mijn voet op de grond en met mijn handen op de stoelen naast me, waar mijn regenkleding hing uit te druppen. Muziek speelt een hoofdrol in Les Uns et Les Autres, afwisselend ballet, variété, klassiek en jazz, gekoppeld aan personages uit respectievelijk Rusland, Frankrijk, Duitsland en Amerika. De grondtoon van de getoonde levens is ondanks alles tragisch, net als in het echt: het leven is kort, oorlog verschrikkelijk, geluk zeldzaam, de mens een gruwelijk wezen, maar broeders en zusters sapiens zijn toch ook in staat tot enige schoonheid en liefde.
Regisseur Claude Lelouch is inmiddels tachtig en woont in Parijs. Hij maakte meer dan vijftig films, de eerste al op zijn dertiende, Le Mal du Siècle, een ernstige titel waarmee hij direct een prijs binnenreef in Cannes, weliswaar op het amateurfestival maar toch verdienstelijk. Vanaf zijn negentiende was hij professioneel filmmaker, en hij vestigde in 1966 internationaal zijn naam en faam door met Un Homme et Une Femme een Gouden Palm en twee Oscars te winnen. Ondanks zijn vele films is hij in Nederland tamelijk onbekend.
Al in de lange ouverture, waarin op een medley van muziekstijlen de personages aan ons worden voorgesteld, raakt Les Uns et Les Autres aan de actualiteit. Het verhaal begint in Moskou, bij een balletauditie voor het Bolstoj-gezelschap. Jurylid Boris heeft enkel oog voor de verliezende danseres, loopt na de auditie naar haar toe, en binnen de kortste keren is ze zwanger en zijn ze getrouwd. Een gevalletje #MeToo? Daarna zien we Parijs, waar in een grote variété-show een zwarte danseres en een witte danser met blackface ten tonele verschijnen, tegen de achtergrond van tientallen witte danseressen met blote borsten. Blackface en de dansende negerin; racistische stereotyperingen?
De echte actualiteit van Les Uns et Les Autres zit niet in deze anachronistische kleinigheden, maar in de overkoepelende boodschap: de twintigste eeuw was een gruwelijke eeuw, en vrede moeten we koesteren. We volgen vier muzikale families, wier paden kruisen. De Russische Boris en Tatjana dansen ballet. De Duitse Karl speelt piano voor Hitler en wordt tamboer-majoor in de Nazi-fanfare. De VS worden vertegenwoordigd door de familie Glenn. Vader Jack (James Caan, beroemd als Sonny Corleone uit The Godfather) is bandleider van een jazz-orkest, ook in het leger. Zijn kinderen Sarah en Jason komen ook in de muziek terecht, maar dan in de pop. Zangeres Sarah zuipt zich te gronde, producer Jason doet na een mislukte relatie een poging tot suïcide. In Frankrijk volgen we de Joodse Simon en Anne Meyer, pianist en violist.
Opmerkelijk is dat de naoorlogse generaties door dezelfde acteurs worden vertolkt als hun ouders. James Caan speelt ook zoon Jason, dochter Sarah wordt net als haar moeder door Geraldine Chaplin gespeeld, dochter van. Op weg naar het concentratiekamp voelen Simon en Anne Meyer zich gedwongen om hun pasgeboren kind op het spoor achter te laten. Hun zoon wordt net als Simon gespeeld door Robert Hossein, een acteur van rond de vijftig. Hij komt er pas op late leeftijd achter wie zijn ouders waren. Zijn moeder heeft elk jaar dat stationnetje bezocht. De hereniging is een ontroerende scène, want zijn moeder is dement, herkent hem niet en loopt weg.
Zijn vader Simon Meyer is dan al jaren dood, vergast. Om die scène was het me in mijn scriptieonderzoek te doen. Het zijn drie korte beelden, een van een deur met ‘Desinfektion’ erop, een van naakte mannen in een ‘doucheruimte’ en een van gevangenen die de gestreepte pyjama’s van de haakjes halen, een beeldtaal die iconisch is geworden. Veel holocaustfilms eindigen in de gaskamer, maar niet Les Uns et Les Autres, omdat dit verhaal niet over de jodenvernietiging gaat, maar over het universele leed dat oorlog aanricht, zoals in veel oorlogsfilms tot ongeveer 1980.
Dat universele zie je ook terug in het openingsmotto van de film, een citaat van ene Willa Cather, een Amerikaanse schrijfster uit de eerste helft van de twintigste eeuw: “Er zijn maar twee of drie menselijke verhalen, en die herhalen zichzelf meedogenloos, alsof ze nooit eerder zijn gebeurd.” Het leed van de Joden wordt daarmee gelijkgeschakeld aan andere levensverhalen, wat zeker vanaf de jaren negentig op hevig verzet gestuit zou zijn. Ook het lied Les Uns et Les Autres benadrukt de boodschap van het universele humanisme: “Iedereen is voor de een een ander, maar zelden is iemand voor de ander die ene. Ondanks alle mooie woorden zijn er nog veel ‘anderen’ die hulp nodig hebben.”
Mensen doen elkaar verschrikkelijke dingen aan uit naam van identiteit, nationaliteit en religie, toont Les Uns et Les Autres – aangewakkerd door economische motieven, wil ik daar zelf aan toevoegen, want dat ontbreekt in de film. Wat niet ontbreekt is de boodschap dat muziek troost en verbroedering tot stand kan brengen. Dat is in elke scène duidelijk, want muziek is alomtegenwoordig. Muziek staat bijna gelijk aan liefde – al speelde Karl ook voor Hitler, maar dat was uitzonderlijk droevige muziek zullen we maar zeggen. Zoals Boris schrijft aan Tatjana: “Wie de oorlog kent zal nooit een nieuwe starten. Dat doen alleen mensen die niet weten wat liefde is.” Het is beter te dansen en te zingen dan elkaar af te slachten.
De massa’s die Lelouch op de been brengt om dat te laten zien zijn imposant: er zijn meerdere scènes met tientallen lichamen die samen dansen en zingen. Nadat we Boris zijn brief hebben zien schrijven zien we een kapotgeschoten dorp vol Russische soldaten, die samen een lied zingen. In het midden danst Boris’ vrouw Tatjana, die daarna van alle soldaten een kusje op de wang krijgt, haast om te benadrukken dat het Rode Leger heus niet uit verkrachtende barbaren bestond. In een verhaal over universele broederschap is het uiteraard niet opportuun om de gruwelijkheden van alle landen uit te lichten.
Natuurlijk, de jodenvernietiging krijgen we te zien, als het ultieme kwaad. En later in de film ontvlucht de dansende zoon van Boris en Tatjana de Sovjetunie, want ook dat waren uiteraard slechteriken. Maar geen kritisch beeld over Frankrijk en Amerika. Na anderhalf uur oorlog maakt het verhaal een sprong naar 1962. We zien de verloren zoon van Simon en Anna Meyer (nu ongeveer twintig, maar gespeeld door de vijftigjarige Hossein) terugkeren uit de dekolonisatieoorlog in Algerije, waarin Frankrijk de Algerijnse onafhankelijkheid met martelpraktijken en terrorisme probeerde te voorkomen. Dat blijft buiten schot. De soldaten lijken op jolige studenten na een studiereis, met bier en kaartspel in de trein. Aan Amerikaanse zijde geen woord over de Vietnamoorlog.
Wel wordt de honger in Afrika genoemd, het is de reden voor het bombastische benefietconcert op het einde. Daarmee is deze film best een beetje naïef te noemen: wij in het Westen, ‘Les Uns’, zijn goed en welvarend, de rest, ‘Les Autres,’ zielig en arm. Dat maakt Les Uns et Les Autres een geschikte kerstfilm voor 2017: een film om in deze tijden nog heerlijk onbekommerd vrede op aarde mee te kunnen zingen.
‘Les Uns et Les Autres’ draait deze kerst in heel wat filmhuizen. Ik schreef dit tijdens de masterclass Film & Leven, door EYE en De Groene Amsterdammer.