Als ik in de spiegel kijk zie ik een forse dertiger met een donkere baard en een bril met ronde glazen boven pokdalige wangen. Als ik naar het gezicht van Shahin Najafi kijk, de hoofdpersoon van de IDFA-documentaire When God Sleeps, zie ik een soortgelijk gezicht, vooral als hij aan het begin van de film een akoestisch optreden geeft in Berlijn. Ik herken mezelf in hem en voel empathie voor de Iraanse liedjesschrijver. Verderop in de film kom ik erachter dat hij ook graag roerbakgerechten eet, bier drinkt en oude schrijvers citeert: meer herkenning en empathie.
Er zijn ook veel verschillen tussen ons. Shahin Najafi is zes jaar ouder dan ik en veel knapper, niet alleen muzikaal maar ook qua uiterlijk. Hij heeft lang, dik haar, terwijl mijn haargrens zich al meer dan tien jaar terugtrekt. Ook is zijn baard voller, en zijn huid vol getatoeëerd – dat moet iedereen natuurlijk zelf weten. Een ander groot verschil is dat hij sinds 2005 verbannen is uit zijn thuisland, en dat er een jaar of vijf geleden een fatwa tegen hem is uitgesproken – iedereen mag hem doden, aldus de stokoude religieuze leiders van Iran. Er is zelfs een prijs op zijn hoofd gezet door een kerkelijke organisatie: honderdduizend dollar, later verhoogd naar vijfhonderdduizend.
Niemand kiest waar hij wordt geboren, terwijl dat van grote invloed is op je leven. Je bent als mens nooit helemaal vrij, je wordt gevormd door je genen en je omgeving, en het toeval speelt daarbij een bepalende rol. Ik werd geboren tussen de koeien in de Hollandse polder waar de wind economisch gunstig woei, Najafi aan de Kaspische Zee in het noorden van Iran, waar het bijna altijd regent. Als kind hield hij al van zingen, maar in Iran mag je daar alleen God mee dienen. Daar had hij geen trek in, dus ging hij in bandjes spelen en kritische liederen zingen. Dat wordt niet gewaardeerd door de Iraanse autoriteiten. Op zijn 25e moest hij vluchten, eerst naar Turkije en daarna naar Duitsland, een bastion van gastvrijheid.
When God Sleeps volgt Najafi vanaf ongeveer zijn fatwa tot nu. Het is een documentaire van Till Schauder, een Duits-Amerikaanse filmmaker die in 2012The Iran Job uitbracht, over een Amerikaanse profbasketballer die zich door God geroepen voelde om in Iran te gaan wonen. Behalve over basketbal ging die film over politiek en vrouwenrechten in Iran, met een soundtrack van underground hiphop, vooral van Najafi. Zijn muziek is streng verboden in Iran: een pubermeisje moest volgens de documentaire veertien jaar de gevangenis in omdat ze zijn liedjes op haar iPod Shuffle had staan. Die fatwa ontving Najafi trouwens na het nummer Naghi, wat iets anders betekent dan een sleutelpuntje:
Tijdens het filmen van When God Sleeps vonden er een paar belangrijke gebeurtenissen plaats die de film naar een hoger niveau tilden: de aanslagen in Parijs in 2015 op Charlie Hebdo en de Bataclan, en de aanrandingen in Keulen op 1 januari 2016. Omdat Najafi ook doelwit is van extremistische dreigementen leverde dat binnen de band en het management discussies op over vrijheid versus veiligheid. De angst is voelbaar, en ik heb het idee dat Najafi, die veel drinkt bij optredens, daar niet steeds oog voor heeft. Hij wil er zijn voor zijn fans, ook verschoppelingen uit Iran en andere landen, en doorgaan tot het bittere eind, wat ik begrijp, want hij heeft al veel opgegeven voor zijn idealen. Sommige bandleden en hun gezinnen vrezen voor hun levens en laten weten dat ze er bij het volgende optreden niet bij zijn.
Ik bewonder Najafi om hoe hij zijn lot draagt, al zou hij rondom optredens iets voorzichter kunnen zijn. De bewaking is ook niet altijd waterdicht, toont ook het verontrustende laatste shot: Najafi is voor een optreden in Nederland, de politie en beveiligers hebben uitgebreid besproken hoe ze zijn veiligheid gaan garanderen, maar bij de eerste noot die hij zingt is er toch een fan op het podium geklommen.
Najafi leeft met een constante dreiging, slaapt met een kapmes onder zijn kussen, en toch blijft hij staan voor zijn idealen, en blijft hij liedjes zingen, die van toon in mijn oren gematigd blijven (streng gelovige Iraniërs ervaren dat vast anders). Vrijheid van meningsuiting is een groot goed en als je als burger geen kritiek mag uiten op de machthebbers, dan weet je dat die machthebbers een stel schurken zijn. Kritische vragen maken de wereld beter, niet slechter. Je ziet Najafi stukje bij beetje moe en oud worden, maar hij houdt zich staande. Dat is moedig en bewonderenswaardig.
Wat ik wel miste in de documentaire is de andere kant van het verhaal. Het is makkelijk identificeren met een slachtoffer van een bekrompen regime, maar hoe is Iran geworden wat het nu is? Daar ben ik benieuwd naar, en dat komt amper aan bod in de film, wat ik ook wel begrijp, want dat is waarschijnlijk een lang en complex verhaal, en When God Sleeps is in de eerste plaats een portret van een individu. Toch maakt het me nieuwsgierig, en omdat het zo’n politiek beladen film is, is het een belangrijke vraag: hoe is Iran zo achterlijk geworden? Welke krachten en historische ontwikkelingen hebben daarbij een rol gespeeld? Wat is de rol van Amerika daarbij, het zogenaamde land van de vrijheid? En hoe past Nederland binnen dat verhaal?
God is niet dood, zegt Najafi, Nietzsche citerend. Hij slaapt alleen. Dat Najafi zijn geloof in God heeft behouden, ondanks alles, is toch ook wel ontroerend. Ik hoop dat zijn God wakker wordt op de klanken van zijn gitaarmuziek en dat Najafi en Iran zich op enig moment in de toekomst weer kunnen verzoenen, en verlossing vinden.
Ik schreef dit voor Noisey, zie hier.