Stel je voor: je geliefde verandert langzaam in een enorme lul. Hij of zij gedraagt zich als een puber, wat soms best lachen is, maar neemt ook grote risico’s, en pleegt zelfs misdrijven. Je blijft van iemand houden, want ja, het blijft toch je geliefde, maar vrolijk word je er niet van. Dan blijkt je lief ineens een hersentumor te hebben, wat de gedragsverandering misschien verklaart. Je klampt je daaraan vast, verdiept je in boeken als Wij zijn ons brein en begint te geloven dat menselijk gedrag volledig gedetermineerd is door de hersenen. Maar hou je jezelf niet gewoon voor de gek? Was je geliefde niet altijd al een lul?
Dit is in een notendop de thematiek van Du Forsvinder, de nieuwe Deense dramafilm van Peter Schønau Fog. De film bestaat uit twee delen, die door elkaar heen zijn gemonteerd. Een deel speelt in de rechtszaal: Frederik Halling, een schoolhoofd met hersentumor, staat terecht voor het verduisteren van 12 miljoen kronen. En een deel daarbuiten: de herinneringen van zijn vrouw Mia, die een affaire krijgt met de advocaat van haar man.
Mia ontmoet die advocaat, Bernard, via een praatgroep voor echtgenoten van hersenpatiënten. Bernards eigen vrouw is gehandicapt na een auto-ongeluk, maar hij put troost uit de gedachte dat de mens slechts een biologisch systeem is. Als hij somber is, gaat hij rennen om endorfines aan te maken. “Wij zijn ons brein,” zegt hij op een gegeven moment letterlijk.
Mia verdiept zich grondig in neurowetenschap en krijgt een mensbeeld wat daarbij aansluit: de mens is een machine. Via een voice-over horen we haar bijvoorbeeld zeggen dat de mens per dag eigenlijk twee uur blind is. “Onze hersenen vullen de gaten op, en maken van alle fragmenten van onze ervaring een geheel.” De montage past daar goed bij: het verhaal wordt alles behalve chronologisch verteld, maar toch maken je filmkijkende hersenen daar moeiteloos een kloppend geheel van. Die stijl past goed bij de thematiek. Maar klopt het wel helemaal? Daarover later meer.
Du Forsvinder is een filosofisch rechtbankdrama waarover je lang kunt napraten. Zijn we aansprakelijk voor onze daden, of wordt ons gedrag bepaald door processen in de hersenen waar we geen controle over hebben? Is iedereen eigenlijk ontoerekeningsvatbaar? Hebben we vrije wil of zijn we machines? Mia quote ergens in de film de Amsterdamse filosoof Spinoza: “Het enige verschil tussen een mens en een rollende steen is dat een mens denkt controle te hebben over zijn lot.” Ik ben niet zo bekend met het genre van de rechtbankfilm, maar ik vermoed dat de nadruk op de hersenen en vrije wil behoorlijk vernieuwend is. Vaak gaat het in rechtbankfilms over feiten en motieven, niet over hersenen en vrije wil.
De film stelt de vraag wat het betekent om mens te zijn, en dat is wat mij betreft de belangrijkste vraag die we ons kunnen stellen. Op het einde van de film zit in dat kader nog een aardige twist, al pakt die niet helemaal lekker uit voor de kijkervaring. We zien het verhaal zoals gezegd deels via hoofdpersoon Mia, Frederiks vrouw, die we veel in voice-over horen spreken. Zij blijkt niet zo’n betrouwbare verteller. Halverwege de film lepelt ze al op dat herinneringen onbetrouwbaar zijn, want elke keer dat we ons iets menen te herinneren creëren we een nieuwe herinnering in onze hersenen. Of dit klopt weet ik niet, maar ik neem het graag van Mia aan, want die leest daar veel boeken over. Op het eind van de film blijken ook haar eigen herinneringen vertekend.
Omdat Mia niet te vertrouwen is weet je niet of Frederik nou echt zo’n lul is geworden door die tumor, of hij dat altijd al was, of dat het alleen de perceptie is van Mia. Eigenlijk weet je van haar deel van de film helemaal niets zeker. Haar relatie met zijn advocaat wordt in de laatste scènes ook in twijfel getrokken: heeft dat handjevol spannende seksscènes wel echt plaatsgevonden? Dat haar verhaal onbetrouwbaar is, is een beetje een dooddoener uit de categorie ‘Het was maar een droom’. Toch is het ook – en dat is wel een sterk punt van de film – een pleidooi voor waarheidsvinding op basis van meer dan getuigenissen: dus wetenschap.
Ook zit er humor in de film, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat Frederik als ‘romantisch cadeau’ voor hun trouwdag een kaas aan zijn vrouw geeft, wat zij aanvoert als bewijs dat zijn gedrag echt veranderd is door zijn ziekte. En er zijn bloedstollende scènes: een autorit door de bergen, een auto-ongeluk, een hersenoperatie, scènes waarin Frederik agressief is. Een aanrader dus.
Ik schreef dit voor Motherboard, zie hier.